18. acht het absoluut noodzakelijk dat de fungerend voorzitter van de Raad naar het voorbeeld van het Zweedse voorzitterschap tijdens het voorzitterschap drie maal verslag uitbrengt aan het Parlement: aan het begin van het voorzitterschap om zijn programma toe te lichten, in het midden om een voortgangsverslag uit te brengen en tegen het einde voor een resumerende beoordeling;
18. hält es für unerlässlich, dass der amtierende Ratsvorsitzende nach dem Vorbild des schwedischen Ratsvorsitzes dreimal während eines Ratsvorsitzes vor dem Parlament Bericht erstattet: zu Beginn des Vorsitzes, um sein Programm vorzustellen, einmal während des Vorsitzes, um einen Fortschrittsbericht abzugeben, und zum Ende des Vorsitzes für eine abschließende Bewertung;