12. merkt op dat de Chinese bevolking vergrijst en de schijnbaar oneindige groei van het aantal beschikbare werkkrachten, vooral lager geschoolde arbeid
skrachten, lijkt te eindigen; stelt vast dat er een handelsverlegging plaatsvindt van China naar andere
Zuidoost-Aziatische landen door potentiële kostenvoordelen; vraagt daarom aan de Commissie een geïntegreerd Europees beleid voor de Zuidoost-Aziatische regio dat Europese multinationals zal weerhouden van sociaal onverantwoord gedrag in deze landen; constateert dat in de gestaag a
...[+++]angroeiende middenklasse van de Chinese samenleving het besef van maatschappelijke normen misschien wel aan het toenemen is, een besef dat echter bij de bevolking als geheel nog niet zo uitgesproken aanwezig is; 12. merkt an, dass die chinesische Bevölkerung altert und dass der scheinbar endlose Nachschub verfügbarer Arbeitskräfte, vor allem bei den geringer qualifizierten, offenbar versiegt; stellt fest, dass wegen der potenziellen Kos
tenvorteile bereits eine Verlagerung des Handels von China in andere südostasiatische Länder im Gange ist; fordert die Kommission daher auf, gegenüber der Region Südostasien
eine integrierte europäische Politik zu verfolgen, mit der ein sozial unverantwortliches Verhalten europäischer Konzerne in diesen Ländern verhindert wird; geht davon aus, dass die wachsende Mittels
...[+++]chicht in China mit der Zeit sicherlich ein stärkeres Bewusstsein für Sozialnormen entwickeln wird, wobei dieses Bewusstsein in der Bevölkerung insgesamt allerdings zur Zeit noch verhältnismäßig unausgeprägt ist;