"(c) voor het berekenen van de bijdrage van uit hernieuwbare br
onnen geproduceerde elektriciteit die wordt gebruikt in alle soorten elektrische voertuigen alsmede voor de product
ie van hernieuwbare vloeibare en gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong, voor de toepassing van de punten a) en b), mogen de lidstaten kiezen voor het gemiddelde aandeel van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in de Unie of het aandeel van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen in hun eigen land, gemeten twee jaar vóór het ja
...[+++]ar in kwestie.
„c) bei der Berechnung des Beitrags von Elektrizität, die aus erneuerbaren Energiequellen erzeugt und in allen Arten von Fahrzeugen mit Elektroantrieb und bei der Herstellung von im Verkehr eingesetzten flüssigen oder gasförmigen erneuerbaren Kraftstoffen nicht biogenen Ursprungs für die Zwecke der Buchstaben a und b verbraucht wird, haben die Mitgliedstaaten die Wahl zwischen dem durchschnittlichen Anteil von Elektrizität aus erneuerbaren Energiequellen in der Union und dem Anteil von Elektrizität aus erneuerbaren Energiequellen in ihrem eigenen Hoheitsgebiet, gemessen zwei Jahre vor dem jeweiligen Jahr.