« Schenden de artikelen 29bis en 29quater van de wet van 29 april 1999 tot
organisatie van de elektriciteitsmarkt het gelijkheidsbeginsel uit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat die bepalingen niet de bevoegdheid verlenen aan het Hof van Beroep te Brussel, of althans indien ze aldus moeten worden geïnterpreteerd dat zij de bevoegdheid niet verlenen, om gevolgen van een administratieve beslissing van de CREG die het vernietigt, tijdelijk te handhaven, en zodoende aan procespartijen de mogelijkheid wordt onthouden op dergelijke bevoegdheid een beroep te doen, terwijl in het geval een beroep tegen die beslissingen diende gebracht
...[+++]te worden voor de Raad van State, de partijen die bevoegdheid wel kunnen aanvoeren en dit rechtscollege zou kunnen aangeven welk gevolg tijdelijk dient te worden gehandhaafd ?« Verstoßen die Artikel 29bis und 29quater des Gesetzes vom 29. April 1999 über d
ie Organisation des Elektrizitätsmarktes gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz, indem diese Bestimmungen dem Appellationshof Brüssel nicht die Zuständigkeit erteilen, oder wenigstens, insofern sie dahingehend auszulegen sind, dass sie nicht die Zuständigkeit erteilen, die Wirkungen eines von ihm für nichtig erklärten Verwaltungsbeschlusses der CREG zeitweilig aufrechtzuerhalten, und somit den Verfahrensparteien die Möglichkeit versagen, sich auf eine solche Zuständigkeit zu berufen, während in dem Fall, dass eine
...[+++] Beschwerde gegen solche Beschlüsse vor den Staatsrat zu bringen wäre, die Parteien sich wohl auf diese Zuständigkeit berufen könnten und dieses Rechtsprechungsorgan angeben könnte, welche Wirkung zeitweilig aufrechtzuerhalten wäre?