Om de kenmerken van een goede milieutoestand van een mariene regio of subregio overeenkomstig artikel 9, lid 1, te omschrijven, houden de lidstaten rekening met elke van de in deze bijlage opgenomen algemene kwalitatief beschrijvende elementen, teneinde na te gaan welke van die beschrijvende elementen moeten worden gebuikt om de goede milieutoestand voor die mariene regio of subregio vast te stellen.
Zur Festlegung der Merkmale eines guten Umweltzustands in einer Meeresregion oder -unterregion gemäß Artikel 9 Absatz 1 dieser Richtlinie prüfen die Mitgliedstaaten alle in diesem Anhang genannten generischen qualitativen Deskriptoren, um diejenigen Deskriptoren zu ermitteln, die für die Beschreibung des guten Umweltzustands für die betreffende Meeresregion oder -unterregion zu verwenden sind.