In zoverre de rechter dient na te gaan of de belasting die een aanpassing vormt voor de persoon die de maatregel moet nemen, waarbij hij alle elementen die die persoon aanvoert, in acht dient te nemen, verschilt de toetsing aan het evenredigheidsbeginsel niet wezenlijk van de evenredigheidstoetsing door de rechter wanneer hij de in artikel 7 van de Algemene Antidiscriminatiewet neergelegde rechtvaardigingsgrond dient toe te passen.
Insofern der Richter prüfen muss, ob die Belastung durch eine Anpassung für die Person, die die Massnahme treffen muss, wobei er alle durch diese Person geltend gemachten Elemente berücksichtigen muss, unterscheidet diese Prüfung anhand des Verhältnismässigkeitsgrundsatzes sich nicht wesentlich von der Verhältnismässigkeitsprüfung durch den Richter, wenn er den in Artikel 7 des allgemeinen Antidiskriminierungsgesetzes festgelegten Rechtfertigungsgrund anwenden muss.