(10) Sterke gemeenschappelijke belangen van minderheidsaandeelhouders kunnen er weliswaar toe leiden dat deze bij de uitoefening van hun stemrecht in de onderneming niet in strijd met elkaars belang handelen. Maar dit betekent slechts zelden dat van een gezamenlijke zeggenschap moet worden uitgegaan (zie in dit verband de mededeling van de Commissie over het begrip "concentratie" in Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties op ondernemingen (PB nr. C 385 van 31. 12. 1994, blz. 5, punt 32)).
(10) Zwar können starke gemeinsame Interessen von Minderheitsaktionären bewirken, daß sie bei der Ausübung ihrer Stimmrechte in dem Beteiligungsunternehmen nicht gegeneinander handeln. Dies berechtigt jedoch nur selten zur Annahme einer gemeinsamen Kontrolle (vgl. dazu auch die Bekanntmachung der Kommission über den Begriff des Zusammenschlusses nach der Verordnung (EWG) Nr. 4064/89 des Rates vom 21. Dezember 1989 über die Kontrolle von Unternehmenszusammenschlüssen, ABl. Nr. C 385 vom 31. 12. 1994, S. 5, Randnummer 32).