28. is van oordeel dat het embargo tegen China pas mag worden opgeheven als er een duidelijke, blijvende verbetering in de situatie op het vlak van de mensenrechten en de sociale en politieke vrijheden is ingetreden; wijst erop dat wapenexport de vrede en stabiliteit in Oost-Azië zal ondermijnen en het gevaar voor regionale instabiliteit zal aanwakkeren, vooral nu er een crisis is ontstaan door de Noord-Koreaanse kernproef;
28. vertritt die Ansicht, dass das Waffenembargo gegen China so lange nicht aufgehoben werden sollte, so lange es keine eindeutige und verlässliche Verbesserung bezüglich der Menschenrechte sowie der sozialen und politischen Freiheiten gibt; unterstreicht, dass durch Waffenausfuhren Frieden und Stabilität im östlichen Asien untergraben werden und besonders nach der durch den Atomwaffentest Nordkoreas entstandenen Krise die Gefahr regionaler Instabilität zunimmt;