3. herhaalt nogmaals dat een verder initiatief met het oog op een hechte EMU op basis van stabiliteit, duurzame groei, solidariteit en democratie, absoluut volgens de communautaire methode moet worden vastgesteld; benadrukt dat de Europese instellingen echt met elkaar moeten samenwerken; herinnert de Europese Raad eraan dat hij op grond van de Verdragen geen wetgevend initiatiefrecht heeft en dat hij ermee moet ophouden de Commissie instructies te geven over de vorm en/of inhoud van verdere wetgevingsinitiatieven en voorbij te gaan aan de coördinerende, uitvoerende en beheerstaak van de Commissie die in de Verdragen is vastgelegd;
3.
bekräftigt erneut, dass alle weitergehenden Initiativen zu einer vertieften und echten WWU auf der Grundlage von Stabilität, nachhaltigem Wachstum, Solidarität und Demokratie unbedingt nach der Gemeinschaftsmethode begründet werden müssen; betont, dass die EU-Organe aufrichtig und einvernehmlich zusammenarbeiten müssen; erinnert den Europäischen Rat daran, dass er gemäß den Verträgen kein Vorrecht zu legislativen Initiativen hat und aufhören muss, der Kommission zur Form bzw. zum Inhalt weiterer legislativer Initiativen Weisungen zu erteilen und die ihr übertragenen Aufgaben, nach Maßgabe der Verträge Koordinierungs-, Exekutiv- und
...[+++]Verwaltungsfunktionen auszuüben, zu umgehen;