In de lager gelegen delen daarentegen, waar hoge dag- en nachttemperaturen heersen, wordt de ademhaling van de planten door die hoge temperaturen versneld, waardoor meer van de aangemaakte suikers worden verbruikt en zich dus minder suikers in de knollen ophopen.
Ganz anders verhält es sich in niedriger gelegenen Regionen, wo höhere Tages- und Nachttemperaturen vorherrschen und die Pflanzen aufgrund der hohen Temperaturen schneller atmen und den bei der Fotosynthese gebildeten Zucker verbrauchen, sodass sich weniger davon in der Knolle ansammelt.