Meer bepaald is de vraag of het in de gegeven interpretatie van artikel 153, tweede lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals ingevoegd bij het decreet van 4 juni 2003, discriminerend is dat de stedenbouwkundige inspecteur niet is verplicht het (eensluidend) advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid in te winnen vooraleer hij ten aanzien van de ene categorie van personen overgaat tot het invorderen van de dwangsom, terwijl hij dat wel is verplicht wanneer hij ten aanzien van een andere categorie van personen de ambtshalve herstelmaatregel uitvoert.
Insbesondere lautet die Frage, ob es in der angeführten Auslegung von Artikel 153 Absatz 2 des Dekrets der Flämischen Region vom 18. Mai 1999 zur Organisation der Raumordnung, eingefügt durch das Dekret vom 4. Juni 2003, diskriminierend sei, dass der Städtebauinspektor nicht verpflichtet sei, die (gleichlautende) Stellungnahme des Hohen Rates für die Wiederherstellungspolitik ein
zuholen, ehe er bei einer Kategorie von Personen ein Zwangsgeld eintreibe, während er jedoch dazu verpflichtet sei, wenn er bei einer anderen
Kategorie von Personen die Wiederherstellungsmassnahme von Amts wegen durchführ
...[+++]e.