Vertaling van "energiebeleid betreft zoals " (Nederlands → Duits) :

Uit het voorgaande volgt dat de maatregel bedoeld in artikel 37, § 2, van het Elektriciteitsdecreet noch als een belasting in de zin van artikel 170 van de Grondwet, noch als een retributie kan worden gekwalificeerd, maar wel als een bepaling die de VREG machtigt tot het opleggen van een administratieve geldboete, bepaling die de decreetgever als accessoire maatregel vermocht aan te nemen in het raam van zijn materiële bevoegdheden wat het energiebeleid betreft, zoals die aan de gewesten zijn toegewezen bij artikel 6, § 1, VII, eerste lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Aus dem Vorstehenden ergibt sich, dass die Massnahme im Sinne von Artikel 37 § 2 des Elektrizitätsdekrets weder als eine Steuer im Sinne von Artikel 170 der Verfassung, noch als eine Vergütung eingestuft werden kann, sondern vielmehr als eine Bestimmung, mit der die VREG ermächtigt wird, eine administrative Geldbusse aufzuerlegen; diese Bestimmung durfte der Dekretgeber als akzessorische Massnahme im Rahmen seiner sachlichen Zuständigkeit für die Energiepolitik annehmen, so wie diese durch Artikel 6 § 1 VII Absatz 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen den Regionen übertragen worden ist.

- de woorden « en waarbij de extra investeringen zijn uitgevoerd voordat de periode, vermeld in het tweede en derde lid, is verstreken » in artikel 7.1.1, § 1, vierde lid, tweede zin, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 « houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid », in de versie ervan zoals vervangen bij artikel 4 van het decreet van 13 juli 2012 « houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie », maar vóór de wijziging ervan bij artikel 3 van het decreet van 28 juni 2013 « houdende diverse bepalingen inzake energie »;
- die Wortfolge « und bei denen die zusätzlichen Investitionen ausgeführt wurden, bevor der in den Absätzen 2 und 3 angeführte Zeitraum abgelaufen ist » in Artikel 7.1.1 § 1 Absatz 4 zweiter Satz des Dekrets der Flämischen Region vom 8. Mai 2009 « zur Festlegung allgemeiner Bestimmungen bezüglich der Energiepolitik », in der Fassung wie ersetzt durch Artikel 4 des Dekrets vom 13. Juli 2012 « zur Abänderung des Energiedekrets vom 8. Mai 2009, was die umweltfreundliche Energieerzeugung betrifft », jedoch vor seiner Abänderung durch Artikel 3 des Dekrets vom 28. Juni 2013 « zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich der Energie », und

Wat de andere eeuwige doelen in het programma van het voorzitterschap betreft, zoals het bereiken van een gemeenschappelijk energiebeleid, is het nodig dat wij energiebelangen en -behoeften identificeren die gemeenschappelijk zijn voor alle lidstaten.
Im Hinblick auf die anderen im Programm des Ratsvorsitzes anvisierten Dauerziele, wie das Erreichen einer gemeinsamen Energiepolitik beispielsweise, geht es darum, die Energieinteressen und die Energieanforderungen all unserer Mitgliedstaaten zu identifizieren.

82. beklemtoont dat het belangrijk is de samenwerking en dialoog met andere strategische energiepartners te versterken; is van mening dat de toenemende invloed van opkomende economieën op de mondiale energiemarkten alsook de toename van hun vraag naar energie het voor de EU essentieel maken om uitgebreid met deze partners samen te werken op alle energiegebieden; merkt op dat de Europese Unie op lange termijn de coördinatie moet vergroten wat betreft het aankopen van energie uit derde landen; vraagt om nauwere samenwerking tussen de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), zodat de EU met één stem kan spreken over kwesties in verband met het energiebeleid, zoals dat is vastgesteld in de EU-wetgeving en volgens de aanwijzingen van het directoraat-generaal Energie van de Commissie; herinnert eraan dat het Parlement regelmatig moet worden geïnformeerd over de ontwikkelingen op dit gebied;
82. betont, dass die Zusammenarbeit und der Dialog mit anderen strategischen Energiepartnern intensiviert werden müssen; ist der Auffassung, dass es für die EU aufgrund des zunehmenden Einflusses der Schwellenländer auf den weltweiten Energiemärkten sowie ihrer steigenden Energienachfrage unabdingbar ist, sich mit diesen Partnern in allen Energiebereichen umfassend auseinanderzusetzen; stellt fest, dass die Europäische Union langfristig die Energieeinkäufe aus Drittländern besser koordinieren muss; fordert eine engere Zusammenarbeit zwischen dem Rat, der Kommission und dem Europäischen Auswärtigen Dienst, damit die EU im Einklang mit den Rechtsvorschriften der EU und den Hinweisen der Generaldirektion Energie der Kommission in energiepolitischen Fragen mit einer Stimme sprechen kann; weist erneut darauf hin, dass das Parlament regelmäßig von den diesbezüglichen Entwicklungen in Kenntnis gesetzt werden sollte;

81. beklemtoont dat het belangrijk is de samenwerking en dialoog met andere strategische energiepartners te versterken; is van mening dat de toenemende invloed van opkomende economieën op de mondiale energiemarkten alsook de toename van hun vraag naar energie het voor de EU essentieel maken om uitgebreid met deze partners samen te werken op alle energiegebieden; merkt op dat de Europese Unie op lange termijn de coördinatie moet vergroten wat betreft het aankopen van energie uit derde landen; vraagt om nauwere samenwerking tussen de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), zodat de EU met één stem kan spreken over kwesties in verband met het energiebeleid, zoals dat is vastgesteld in de EU-wetgeving en volgens de aanwijzingen van het directoraat-generaal Energie van de Commissie; herinnert eraan dat het Parlement regelmatig moet worden geïnformeerd over de ontwikkelingen op dit gebied;
81. betont, dass die Zusammenarbeit und der Dialog mit anderen strategischen Energiepartnern intensiviert werden müssen; ist der Auffassung, dass es für die EU aufgrund des zunehmenden Einflusses der Schwellenländer auf den weltweiten Energiemärkten sowie ihrer steigenden Energienachfrage unabdingbar ist, sich mit diesen Partnern in allen Energiebereichen umfassend auseinanderzusetzen; stellt fest, dass die Europäische Union langfristig die Energieeinkäufe aus Drittländern besser koordinieren muss; fordert eine engere Zusammenarbeit zwischen dem Rat, der Kommission und dem Europäischen Auswärtigen Dienst, damit die EU im Einklang mit den Rechtsvorschriften der EU und den Hinweisen der Generaldirektion Energie der Kommission in energiepolitischen Fragen mit einer Stimme sprechen kann; weist erneut darauf hin, dass das Parlament regelmäßig von den diesbezüglichen Entwicklungen in Kenntnis gesetzt werden sollte;

2. verzoekt de Commissie duidelijke doelstellingen te bepalen wat de veiligheid van de voorziening betreft, zoals dit reeds is geschied op andere terreinen van het energiebeleid;
2. fordert die Kommission auf, klare Ziele im Bereich der Versorgungssicherheit festzulegen, wie sie bereits in anderen Bereichen der Energiepolitik erarbeitet wurden;

15. wijst erop dat er financiële ondersteuning noodzakelijk is voor de ontvlechting van trans-Europese Energienetwerken die een belangrijke rol spelen in het strategische energiebeleid en voor de ontwikkeling van trans-Europese elektronische diensten, met name wat betreft gegevensbeveiliging; is op grond van de EU-doelstellingen op het gebied van klimaatverandering van mening dat de financiering van trans-Europese Energienetwerken gericht moet zijn op koolstofarme infrastructuur zoals slimme energienetwerken, teneinde de efficiency, flexibiliteit, veiligheid, betrouwbaarheid en kwaliteit van de elektriciteits- en gassystemen in de EU te verhogen;
15. unterstreicht, dass Finanzhilfen für den Ausbau entflochtener Transeuropäischer Energienetze, die eine wichtige Rolle in der strategischen Energiepolitik spielen, sowie für die Entwicklung transeuropäischer elektronischer Dienste unter besonderer Berücksichtigung der Datensicherheit benötigt werden; ist in Übereinstimmung mit den Klimaschutzzielen der Auffassung, dass die Finanzmittel für die Transeuropäischen Energienetze auf eine Infrastruktur mit einem geringen CO2-Ausstoß wie intelligente Energienetze konzentriert werden sollten, um die Effizienz, Flexibilität, Sicherheit, Zuverlässigkeit und Qualität der Strom- und Erdgasnetze in der EU zu steigern;