32. is van mening dat de EU door een gemeenschappelijke opstelling te ontwikkelen in de dialoog met derde landen beter in staat zal zijn met energieproducerende en -verbruikende landen te onderhandelen, en dat aan de voor energiezaken bevoegde Commissaris een duidelijk omschreven mandaat moet worden verstrekt waaruit een Europese visie op de energieplanning op de lange termijn spreekt;
32. ist der Ansicht, dass die Entwicklung eines gemeinsamen Standpunkts der EU im Dialog mit Drittstaaten die Fähigkeit der EU zu Verhandlungen mit Energielieferländern und Energieverbraucherländern verbessern wird und dass dem für Energie zuständigen Kommissionsmitglied ein klar umrissenes Mandat erteilt werden sollte, in dem eine europäische Vision für die langfristige Planung der Energieversorgung dargelegt wird;