M. overwegende dat de inkomensdaling enerzijds te wijten is aan de beperkingen die de visserij worden opgelegd (capaciteitsvermindering, TAC’s, quota, zones waar niet mag worden gevist, plannen voor het herstel van de visbestanden en beperking van het aantal dagen waarop gevist mag worden) en anderzijds, aan de lage prijzen bij de eerste verkoop, bepaald door de structuur van de sector (zwak aanbod, toenemende concentratie van de vraag, slechte verdeling van de toegevoegde waarde, geleidelijke toename van de invoer van visproducten, toename van de productie via aquacultuur),
M. unter Hinweis darauf, dass der R
ückgang der Erträge einerseits durch die Beschränkungen der Fangtätigkeit bedingt ist (Verringerung de
r Kapazitäten, TAC, Quoten, Fangverbotszonen, Wiederauffüllungspläne und Verringerung der Zahl der Fangtage), andererseits durch die anhaltend niedrigen Erstverkaufspreise, die von der Struktur dieses Sektors herrühren (geringe Konzentration des Angebots, wachsende Konzentration der Nachfrage, ungünstige Verteilung des Mehrwerts, stetige Zunahme der Einfuhren von Fischereierzeugnissen, wachsende Erze
...[+++]ugung in der Aquakultur),