De verzoekende partij voert aan dat er een objectief versc
hil bestaat tussen, enerzijds, « gewone handelsvennootschappen », die geen bijzondere rechten genieten, maar evenmin onderworpen
zijn aan bijzondere wettelijke of reglementaire verplichtingen, en, anderzijds, de N.M.P., die aan bijzondere wettelij
ke en reglementaire verplichtingen wordt onderworpen, en, tot de inwerkingtreding van de bestreden bepaling, tevens houder was van
...[+++] bijzondere rechten.