De verzoekende partij toont niet aan - en het Hof ziet niet - op welk punt de decreetgever aan de verplichting van neutraliteit, zoals die in B.11.1 is omschreven, is voorbijgegaan, evenmin op welk punt zij door de decreetgever enigerwijs wordt verhinderd haar eigen op een confessionele levensbeschouwing steunend onderwijsproject te realiseren, noch op welk punt door de decreetgever waarden worden opgedrongen die het aanbieden van een onderwijsproject dat mede het uitdragen van een bepaalde godsdienstige overtuiging beoogt, in de weg zouden staan.
Die klagende Partei weist weder nach - und der Hof erkennt nicht -, inwiefern der Dekretgeber gegen die Verpflichtung zur Neutralität, so wie sie in B.11.1 beschrieben ist, verstossen hat, noch inwiefern sie auf irgendeine Weise durch den Dekretgeber daran
gehindert wird, ihr eigenes, auf einer konfessionellen Lebensanschauung beruhendes Unterrichtsprojekt zu verwirklichen, noch inwiefern der Dekretgeber Werte aufzwingt, die das Anbieten eines Unterrichtsprojektes, das unter anderem die Verbreitung einer bestimmten religiösen Über
zeugung beinhaltet, verhindern ...[+++] würden.