Er is derhalve geen enkele redelijke verantwoording om de verkeersongevallen waarbij een voertuig is betrokken dat op een spoorweg rijdt die volledig afgezonderd is van het verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 21 november 1989, wanneer het slachtoffer van het ongeval een persoon is die ertoe gemachtigd is zich op de spoorweg te begeven in het kader van zijn werk, uit te sluiten van de regeling van de automatische vergoeding die is ingevoerd bij artikel 29bis van dezelfde wet.
Es besteht daher keine vernünftige Rechtfertigung dafür, die Verkehrsunfälle, an denen ein Fahrzeug beteiligt ist, das auf einem Gleis fährt, das vollständig vom Verkehr an den Orten im Sinne von Artikel 2 § 1 des Gesetzes vom 21. November 1989 getrennt ist, wenn das Unfallopfer eine Person ist, die dazu ermächtigt ist, im Rahmen ihrer Arbeit das Gleis zu betreten, von der durch Artikel 29bis desselben Gesetzes eingeführten Regelung der automatischen Entschädigung auszuschließen.