Tot slot moeten wij ons ondanks ons enthousiasme over de internationale wetenschappelijke samenwerking die op gang komt - zowel voor de vierde generatie als voor ITER -, blijven realiseren dat deze samenwerking niet gelijkstaat aan een gebrek aan concurrentie, en dat deze concurrentie niet gebaseerd is op de beginselen inzake de vrije mededinging, maar op een strategische strijd.
Des Weiteren darf die Begeisterung für die internationale wissenschaftliche Zusammenarbeit, die sich sowohl für die vierte Generation als auch für den ITER herausbildet, nicht vergessen lassen, dass diese Zusammenarbeit nicht gleichbedeutend mit dem Fehlen von Wettbewerb ist und dass letzterer nicht den Grundsätzen des freien Wettbewerbs, sondern denen eines strategischen Kampfes gehorcht.