Voorts wijst de Commissie er op dat de positie van individuele vennoten van financiële coöperaties in de „watervalstructuur” (88) bij de vereffening of het faillissement van die entiteiten sterk verschilt van die van een houder van een spaardeposito bij een kredietinstelling.
Die Kommission weist zudem darauf hin, dass sich die Position der privaten Anteilseigner an Finanzgenossenschaften in der „Stufenstruktur“ (88) im Liquidations- oder Konkursfall dieser Körperschaften stark von derjenigen der Inhaber von Spareinlagen bei einem Kreditinstitut unterscheidet.