1. Wanneer een erfovereenkomst betrekking heeft op de erfopvolging van één persoon, worden de toelaatbaarheid, de materiële geldigheid, en de rechtsgevolgen tussen de partijen, daaronder begrepen de voorwaarden voor ontbinding, bepaald door het recht dat ingevolge deze verordening van toepassing zou zijn geweest op de erfopvolging van deze persoon, mocht hij zijn overleden op de dag waarop de overeenkomst is gesloten.
(1) Die Zulässigkeit, die materielle Wirksamkeit und die Bindungswirkungen eines Erbvertrags, der den Nachlass einer einzigen Person betrifft, einschließlich der Voraussetzungen für seine Auflösung, unterliegen dem Recht, das nach dieser Verordnung auf die Rechtsnachfolge von Todes wegen anzuwenden wäre, wenn diese Person zu dem Zeitpunkt verstorben wäre, in dem der Erbvertrag geschlossen wurde.