Vertaling van "erkend onderstreept echter " (Nederlands → Duits) :

51. onderstreept dat Europese ondernemingen, hun dochterondernemingen en toeleveranciers, gezien hun gewicht in het internationale handelsverkeer, een fundamentele rol spelen in de mondiale bevordering en verspreiding van sociale en arbeidsnormen; erkent dat het vaak zinvoller is om klachten over EU-bedrijven die actief zijn in het buitenland ter plekke op te lossen; is ingenomen met de nationale contactpunten van de OESO als staatgebonden niet-wettelijke mechanismen die bij een breed scala aan zakelijke en mensenrechtengeschillen kunnen bemiddelen; dringt echter aan op grotere inspanningen van bedrijven voor het ontwikkelen van geschillenmechanismen die in overeenstemming zijn met de in de VN-richtsnoeren vervatte doeltreffendheidscriteria, en op aanvullende sturing op grond van gezaghebbende internationaal erkende beginselen en richtsnoeren, met name de onlangs bijgewerkte OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen, de tien beginselen van het United Nations Global Compact, de ISO-norm 26 000 voor maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties en de Tripartiete Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie over beginselen inzake multinationale ondernemingen en sociaal beleid;
51. betont, dass EU-Unternehmen sowie deren Tochterfirmen und Subunternehmer aufgrund ihres Anteils am internationalen Handel für die Förderung und Verbreitung der Sozial- und Arbeitsnormen in der Welt eine Schlüsselrolle spielen; erkennt an, dass Beschwerden gegen im Ausland tätige EU-Unternehmen oft besser vor Ort gelöst werden können; begrüßt die Nationalen Kontaktstellen der OECD als auf einzelstaatlicher Ebene angesiedelte Mechanismen, die keine Rechtsmechanismen sind und bei einer breiten Palette von Konflikten im Zusammenhang mit Unternehmen und Menschenrechten schlichtend wirken können; fordert jedoch größere Anstrengungen von Seiten der Unternehmen bei der Erarbeitung von Beschwerdemechanismen unter Berücksichtigung der Wirksamkeitskriterien der VN-Leitprinzipien und fordert, weitere verbindliche Leitlinien auf der Grundlage international anerkannter Grundsätze und Leitlinien zu schaffen, und zwar insbesondere auf der Grundlage der kürzlich aktualisierten Leitlinien der OECD für multinationale Unternehmen, der zehn Prinzipien des „Global Compact“ der Vereinten Nationen, des ISO-26000-Leitfadens zur gesellschaftlichen Verantwortung und der Dreigliedrigen Grundsatzerklärung der ILO über multinationale Unternehmen und Sozialpolitik;

2. onderstreept dat op grond van het bij het Verdrag van Lissabon gewijzigde artikel 158 van het EG-Verdrag inzake het cohesiebeleid, de berggebieden worden beschouwd als gebieden met ernstige en blijvende belemmeringen, waarbij echter ook de diversiteit ervan wordt erkend, en verzoekt bijzondere aandacht aan deze gebieden te besteden; betreurt echter dat de Commissie nog geen alomvattend beleid heeft kunnen opstellen om berggebieden en andere gebieden met blijvende natuurlijke belemmeringen effectief te steunen, ondanks verschillende verzoeken die het Parlement hiertoe heeft gedaan;
2. betont, dass in Artikel 158 des EG-Vertrags zur Kohäsionspolitik, in der durch den Vertrag von Lissabon geänderten Fassung, die naturbedingte und dauerhafte Benachteiligung der Berggebiete bei gleichzeitiger Anerkennung ihrer Vielfalt festgestellt wird und gefordert wird, diesen Gebieten besondere Aufmerksamkeit zu schenken; bedauert jedoch, dass die Kommission trotz zahlreicher Aufforderungen vonseiten des Parlaments bislang nicht in der Lage war, eine umfassende Strategie für die wirksame Unterstützung der Berggebiete und anderer Regionen, die durch ihre natürlichen Gegebenheiten dauerhaft benachteiligt sind, aufzustellen;

1. onderstreept dat op grond van het bij het Verdrag van Lissabon gewijzigde artikel 158 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap inzake het cohesiebeleid de berggebieden worden beschouwd als gebieden met permanente natuurlijke belemmeringen, waarbij echter ook de diversiteit ervan wordt erkend, en verzoekt bijzondere aandacht aan deze gebieden te besteden; betreurt echter dat de Commissie nog geen alomvattend beleid heeft kunnen opstellen om berggebieden en andere gebieden met permanente natuurlijke belemmeringen te steunen, ondanks verschillende verzoeken die het Europees Parlement hiertoe heeft gedaan;
1. betont, dass in Artikel 158 zur Kohäsionspolitik, der im Vertrag zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft in der durch den Vertrag von Lissabon geänderten Fassung enthalten ist, die naturbedingte und dauerhafte Benachteiligung der Bergregionen bei gleichzeitiger Anerkennung ihrer Vielfalt festgestellt wird und gefordert wird, diesen Gebieten besondere Aufmerksamkeit zu schenken; bedauert jedoch, dass die Kommission trotz zahlreicher Aufforderungen vonseiten des Europäischen Parlaments bislang nicht in der Lage war, eine umfassende Strategie für die wirksame Unterstützung der Bergregionen und anderer Regionen, die durch ihre natürlichen Gegebenheiten dauerhaft benachteiligt sind, aufzustellen;

14. steunt de tweepijlerstrategie, door te onderstrepen dat er in de praktijk tussen de ECB en andere belangrijke centrale banken veel overeenstemmingen zijn; herinnert eraan dat de langetermijnrelatie tussen geld en inflatie door de meeste academici wordt erkend; onderstreept echter dat het beheer van de eerste pijler gecompliceerd is en voor de dagelijkse besluitvorming ongeschikt zou kunnen zijn; neemt kennis van het feit dat het doel voor de geldhoeveelheid M3 alleen als referentiewaarde is uitgedrukt en dat de ECB niet automatisch reageert op afwijkingen van de referentiewaarden; geeft toe dat statistische verbeteringen moeilijk zijn; wijst er echter op dat statistische verbeteringen die gepubliceerd werden en onmiddellijk ter rechtvaardiging van politieke maatregelen werden uitgebuit, zoals in mei, bekritiseerd werden om redenen van transparantie; verzoekt de ECB een uitgebreid informatiebeleid te voeren ten aanzien van de inhoud en de rol van de eerste pijler;
14. unterstützt die Strategie der zwei Säulen und betont die zahlreichen Übereinstimmungen, die in der Praxis zwischen der EZB und anderen wichtigen Zentralbanken bestehen; erinnert daran, dass von den meisten Wissenschaftlern anerkannt wird, dass ein langfristiger Zusammenhang zwischen Geld und Inflation existiert; betont jedoch, dass die Arbeitsweise der Zentralbank im Bereich der ersten Säule kompliziert ist und für die tagtäglich anfallenden Entscheidungsprozesse ungeeignet sein könnte; nimmt gebührend zur Kenntnis, dass der M3-Zielwert nur als Referenzwert ausgedrückt wird und dass die EZB nicht mechanisch auf Abweichungen vom Referenzwert reagiert; räumt ein, dass statistische Verbesserungen schwierig sind, merkt jedoch an, dass statistische Verbesserungen, die bekannt gegeben und unverzüglich zur Rechtfertigung eines bestimmten Vorgehens genutzt wurden, wie dies im Mai der Fall war, aus Gründen der Transparenz kritisiert wurden; fordert die EZB auf, eine Strategie zu verfolgen, mit deren Hilfe der Inhalt und die Rolle der ersten Säule detailliert erklärt werden;