1. De laboratoria die deelnemen aan de op grond van de artikelen 5 en 7 vastgestelde bestrijdingsprogramma's, en waar monsters worden geanalyseerd met het oog op de opsporing van zoönoses en zoönoseverwekkers die zijn vermeld in de lijst in bijlage I, worden door de bevoegde autoriteit erkend.
(1) Laboratorien, die an den Bekämpfungsprogrammen gemäß den Artikeln 5 und 7 beteiligt sind und in denen Proben auf Vorliegen der in Anhang I genannten Zoonosen und Zoonoseerreger analysiert werden, werden von der zuständigen Behörde zugelassen.