In richtlijn 91/670/EEG , die de basis vormt van de regeling voor de wederzijdse erkenning van de vliegbewijzen, wordt in artikel 3, lid 1 het volgende bepaald: "Een Lid-Staat erkent zonder nodeloze vertraging en zonder aanvullende tests alle door een andere Lid-Staat afgegeven bewijzen van bevoegdheid en alle daarbij behorende voorrechten en verklaringen".
Die Richtlinie 91/670/EWG als Grundlage der Regelung zur gegenseitigen Anerkennung von Erlaubnissen für Luftfahrtpersonal bestimmt in Artikel 3 Absatz 1: „Ein Mitgliedstaat erkennt ohne unbillige Verzögerung und ohne Auflage weiterer Prüfungen alle von einem anderen Mitgliedstaat ausgestellten Erlaubnisse sowie alle damit verbundenen Rechte und Bescheinigungen an“.