Het Hof behandelt allereerst de vraag of er sprake is van een „ernstig, niet-politiek misdrijf” of van „handelingen welke in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties” in de zin van de richtlijn, wanneer de betrokken persoon heeft behoord tot een organisatie die op de lijst is geplaatst, en die persoon de gewapende strijd van deze organisatie actief heeft gesteund, in voorkomend geval door in deze organisatie een vooraanstaande positie te bekleden.
Der Gerichtshof prüft zunächst die Frage, ob dann, wenn die betreffende Person einer in der genannten Liste aufgeführten Organisation angehört hat und deren bewaffneten Kampf, gegebenenfalls in hervorgehobener Position, aktiv unterstützt hat, eine „schwere nichtpolitische Straftat“ oder „Handlungen, die den Zielen und Grundsätzen der Vereinten Nationen zuwiderlaufen“, vorliegen.