Vertaling van "ertoe strekken interbancaire vergoedingen " (Nederlands → Duits) :

Om daaraan tegenwicht te bieden, mogen de maatregelen die ertoe strekken interbancaire vergoedingen te beperken, alleen maar betrekking hebben op betaalkaarten die massaproducten zijn geworden, en die handelaren doorgaans moeilijk kunnen weigeren omdat de uitgifte en het gebruik ervan zo wijdverspreid zijn (debet- en kredietkaarten van consumenten).
Um dieser Entwicklung entgegenzuwirken, sollten Maßnahmen zur Begrenzung von Interbankenentgelten nur für Zahlungskarten gelten, die sich zu Produkten für den Massenmarkt entwickelt haben und von Händlern aufgrund ihrer weiten Verbreitung und Nutzung meist nur schwer abgelehnt werden können (d. h. Verbraucher-Debit- und -Kreditkarten).

Ook kunnen bestaande binnenlandse systemen die lagere of geen interbancaire vergoedingen toepassen, onder druk van banken die hogere inkomsten uit interbancaire vergoedingen nastreven, ertoe worden gedwongen de markt te verlaten.
Bestehende inländische Systeme, für die geringere oder gar keine Interbankenentgelte berechnet werden, könnten angesichts des Drucks der Banken, höhere Einnahmen durch Interbankenentgelte zu erzielen, sogar aus dem Markt gedrängt werden.

Interbancaire vergoedingen belemmeren tevens de markttoegang omdat de daaruit voortvloeiende inkomsten voor uitgevende betalingsdienstaanbieders fungeren als een minimumdrempel om hen ertoe te bewegen betaalkaarten of andere betaalinstrumenten zoals online- en mobiele betalingsoplossingen uit te geven die door nieuwkomers worden aangeboden.
Interbankenentgelte beschränken zudem den Markteintritt, da die aus ihnen generierten Erträge für die ausgebenden Zahlungsdienstleister als Mindestschwellenwert dienen, wenn es darum geht, ausgebende Zahlungsdienstleister davon zu überzeugen, Zahlungskarten oder andere Zahlungsinstrumente – wie etwa Online- oder mobile Zahlungslösungen – neuer Marktteilnehmer auszugeben.

« Schendt artikel 2 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door een onderscheid te maken tussen enerzijds werknemers die tewerkgesteld worden in België en in dienst zijn van een onderneming die geen zetel of technische bedrijfseenheid in België heeft en anderzijds werknemers [die] in België tewerkgesteld worden en in dienst zijn van een onderneming die wel over een dergelijke zetel of bedrijfseenheid beschikt, waar enkel de werknemers van de tweede categorie aanspraak kunnen maken op de vergoedingen krachtens deze wet, alhoewel in beide gevallen sociale bijdragen van het loon van de werknemers worden afgehouden die ertoe strekken om ondermeer het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, te spijzen ?
« Verstösst Artikel 2 des Gesetzes vom 28. Juni 1966 über die Entschädigung infolge Unternehmensschliessung entlassener Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem unterschieden wird zwischen den Arbeitnehmern, die in Belgien arbeiten und bei einem Unternehmen beschäftigt sind, das in Belgien keinen Sitz oder keine technische Betriebseinheit hat, einerseits und den Arbeitnehmern, die in Belgien arbeiten und bei einem Unternehmen beschäftigt sind, das wohl einen Sitz oder eine technische Betriebseinheit in Belgien hat, andererseits, wobei nur die Arbeitnehmer der zweiten Kategorie die gemäss diesem Gesetz gewährten Entschädigungen beanspruchen können, obwohl in beiden Fällen Sozialversicherungsbeiträge von den Löhnen und Gehältern der Arbeitnehmer einbehalten werden, die u.a. in den Fonds für die Entschädigung der bei Unternehmensschliessungen entlassenen Arbeitnehmer fliessen?

« Schendt artikel 2 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door een onderscheid te maken tussen enerzijds werknemers die tewerkgesteld worden in België en in dienst zijn van een onderneming die geen zetel of technische bedrijfseenheid in België heeft en anderzijds werknemers die in België tewerkgesteld worden en in dienst zijn van een onderneming die wel over een dergelijke zetel of bedrijfseenheid beschikt, waar enkel de werknemers van de tweede categorie aanspraak kunnen maken op de vergoedingen krachtens deze wet, alhoewel in beide gevallen sociale bijdragen van het loon van de werknemers worden afgehouden die ertoe strekken om ondermeer het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, te spijzen ?
« Verstösst Artikel 2 des Gesetzes vom 28. Juni 1966 über die Entschädigung infolge Unternehmensschliessung entlassener Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem unterschieden wird zwischen den Arbeitnehmern, die in Belgien arbeiten und bei einem Unternehmen beschäftigt sind, das in Belgien keinen Sitz oder keine technische Betriebseinheit hat, einerseits und den Arbeitnehmern, die in Belgien arbeiten und bei einem Unternehmen beschäftigt sind, das wohl einen Sitz oder eine technische Betriebseinheit in Belgien hat, andererseits, wobei nur die Arbeitnehmer der zweiten Kategorie die gemäss diesem Gesetz gewährten Entschädigungen beanspruchen können, obwohl in beiden Fällen Sozialversicherungsbeiträge von den Löhnen und Gehältern der Arbeitnehmer einbehalten werden, die u.a. in den Fonds für die Entschädigung der bei Unternehmensschliessungen entlassenen Arbeitnehmer fliessen?

Er zij opgemerkt dat soortgelijke criteria van toepassing zijn op de vergoedingen en heffingen die de bedrijven in het kader van de machtigingsprocedures worden opgelegd. Deze voorwaarden, die zijn opgenoemd in de bijlage bij het gemeenschappelijk standpunt, strekken ertoe dat voldaan wordt aan de relevante essentiële eisen (zoals de veiligheid van het exploiteren van het netwerk, de bescherming van gegevens, van het milieu en van de planologische doelstellingen, het vermijden van interferentie ...).
Mit diesen im Anhang zu dem gemeinsamen Standpunkt aufgezählten Auflagen soll die Einhaltung der grundlegenden Anforderungen sichergestellt werden (beispielsweise Sicherheit der Arbeitsweise des Netzes, Datenschutz, Umweltschutz und Schutz von Raumordnungszielen, Verhinderung von Interferenzen ...).