Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «ertoe strekte dezelfde » (Néerlandais → Allemand) :

Uit de combinatie van de artikelen 378, 380, 381 en 382 van het WIB 1992 vloeit voort dat de in artikel 381, eerste lid, bedoelde verplichting tot betekening van het beroep ertoe strekt - naast het informeren van de tegenpartij, namelijk de belastingheffende overheid - de overheid die zich over het bezwaar heeft uitgesproken, ertoe te verplichten de stukken van het dossier ter griffie van het hof van beroep neer te leggen, waarna de indiener van het beroep dezelfde dag op de hoogte wordt gebracht van die neerleggi ...[+++]

Aus der Verbindung der Artikel 378, 380, 381 und 382 des EStGB 1992 ergibt sich, dass die in Artikel 381 Absatz 1 vorgesehene Verpflichtung zur Zustellung der Beschwerde bezweckt - neben der Information der Gegenpartei, das heißt der besteuernden Behörde -, die Behörde, die über den Widerspruch geurteilt hat, zu verpflichten, die Schriftstücke der Akte bei der Kanzlei des Appellationshofes zu hinterlegen und am selben Tag den Beschwerdeführer über diese Hinterlegung zu informieren (Artikel 380).


41. Dit beginsel strekt ertoe te zorgen voor een procedureel evenwicht tussen de partijen in een gerechtelijke procedure, door te waarborgen dat zij dezelfde rechten en verplichtingen hebben ten aanzien van met name de regels inzake de bewijsvoering en het contradictoire karakter van het debat voor de rechter (zie in die zin arrest van 6 november 2012, Otis e.a., C-199/11, EU: C: 2012: 684, punten 71 en 72), alsook ten aanzien van de voor hen openstaande rechtsmiddelen (arrest van 17 juli 2014 ...[+++]

41. Dieser Grundsatz dient der Wahrung des prozeduralen Gleichgewichts zwischen den Parteien eines Gerichtsverfahrens, indem er ihnen gleiche Rechte und Pflichten gewährleistet, insbesondere hinsichtlich der Regeln der Beweisführung und der streitigen Verhandlung vor Gericht (vgl. in diesem Sinne Urteil vom 6. November 2012, Otis u.a., C-199/11, EU: C: 2012: 684, Rn. 71 und 72) sowie der Rechtsbehelfe dieser Parteien (Urteil vom 17. Juli 2014, Sssnchez Morcillo und Abril Garc¤a, C-169/14, EU: C: 2014: 2099, Rn. 44, 48 und 49).


Te dezen strekt de bestreden bepaling, zoals wordt aangegeven in de verantwoording voor het amendement waaruit zij voortvloeit, weergegeven in B.3, ertoe het daadwerkelijke bewijs van het gebruik van het Nederlands in het gezin te waarborgen; de decreetgever heeft geoordeeld dat de vroegere regeling van de verklaring op eer niet volstond om de doelstellingen te waarborgen waarvoor die was ingevoerd, namelijk, zoals in dezelfde verantwoording wordt aan ...[+++]

Im vorliegenden Fall bezweckt die angefochtene Bestimmung, wie es in der Begründung des Abänderungsantrags, aus dem sie hervorgegangen ist und der in B.3 angeführt wurde, heißt, den tatsächlichen Nachweis des Gebrauchs des Niederländischen in der Familie zu gewährleisten; der Dekretgeber ging davon aus, dass die frühere Regelung der eidesstattlichen Erklärung nicht ausreichte, um die Ziele zu garantieren, für die sie eingeführt worden war, nämlich, wie es in derselben Begründung heißt, es den niederländischsprachigen Brüsseler Kindern zu ermöglichen, eine niederländischsprachige Schule in ihrer Nähe zu finden, und ein gutes Verhältnis z ...[+++]


De eerste prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of dat artikel 30bis, § 5, eerste en tweede lid, in die zin geïnterpreteerd dat het geen inbreuk in de zin van artikel 31 van de RSZ-wet invoert, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de persoon die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de arbeidsrechtbank wordt gedagvaard, wegens de afwezigheid van de bij artikel 30bis, § 4, eerste en tweede lid, van dezelfde wet vereiste storting, t ...[+++]

Die erste Vorabentscheidungsfrage zielt darauf ab, vom Gerichtshof zu vernehmen, ob dieser Artikel 30bis § 5 Absätze 1 und 2, dahin ausgelegt, dass er keinen Verstoß im Sinne von Artikel 31 des LASS-Gesetzes einführe, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem er es der Person, die vom Landesamt für soziale Sicherheit vor das Arbeitsgericht geladen werde, um dazu verurteilt zu werden, dieser Einrichtung den in der fraglichen Bestimmung genannten Zuschlag zu zahlen - wegen Nichtleistung der in Artikel 30bis § 4 Absätze 1 und 2 desselben Gesetzes vorgeschriebenen Zahlung -, nicht ermögliche, die Anwendung mildernder Umstände zu beantragen, ...[+++]


De tweede prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of datzelfde artikel 30bis, § 5, eerste en tweede lid, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de persoon die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de arbeidsrechtbank wordt gedagvaard, wegens de afwezigheid van de bij artikel 30bis, § 4, eerste en tweede lid, van dezelfde wet vereiste storting, teneinde te worden veroordeeld tot de betaling, aan die instelling, van de in de in het gedi ...[+++]

Die zweite Vorabentscheidungsfrage zielt darauf ab, vom Gerichtshof zu vernehmen, ob derselbe Artikel 30bis § 5 Absätze 1 und 2 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem er es der Person, die vom Landesamt für soziale Sicherheit vor das Arbeitsgericht geladen werde, um dazu verurteilt zu werden, dieser Einrichtung den in der beanstandeten Bestimmung genannten Zuschlag zu zahlen - wegen Nichtleistung der in Artikel 30bis § 4 Absätze 1 und 2 desselben Gesetzes vorgeschriebenen Zahlung -, nicht ermögliche, die Ausset ...[+++]


De voorgestelde richtlijn strekt ertoe Mayotte dezelfde status toe te kennen als die welke al jarenlang geldt voor de andere Franse ultraperifere gebieden Guadeloupe, Frans Guyana, Martinique en Réunion, welke status ingevolge secundaire EU-wetgeving de uitsluiting meebrengt van het toepassingsgebied van het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.

Durch die vorgeschlagene Richtlinie soll Mayotte denselben Status erhalten, den andere französischen Regionen in äußerster Randlage, d.h. Guadeloupe, Französisch-Guayana, Martinique und Réunion seit vielen Jahren innehaben, nämlich die Ausnahme vom räumlichen Anwendungsbereich des gemeinsamen Mehrwertsteuersystems gemäß sekundärem Unionsrecht.


« a) Schenden de artikelen 17 en 18 van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek, in die interpretatie dat het daarin vereiste belang om in rechte op te treden, voor de rechtspersonen, alleen datgene omvat wat betrekking heeft op het bestaan van de rechtspersoon, de vermogensgoederen en de morele rechten ervan, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij, voor de gewone rechtscolleges, beletten dat een vereniging een vordering instelt die overeenstemt met een van haar statutaire doelen en ertoe strekt een einde te maken aan onmenselijke en vernederende behandelingen in de zin van artikel ...[+++]

« a) Verstoßen die Artikel 17 und 18 des Gesetzes vom 10. Oktober 1967 zur Einführung des Gerichtsgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass das darin vorgeschriebene Interesse an der Klageerhebung für die juristischen Personen nur dasjenige umfasst, was das Bestehen der juristischen Person, ihre Vermögensgüter und ihre moralischen Rechte betrifft, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie verhindern, dass eine Vereinigung vor den ordentlichen Gerichten eine Klage, die einem ihrer satzungsmäßigen Ziele entspricht und darauf abzielt, unmenschliche und erniedrigende Behandlungen im Sinne von Artikel 3 der Europäischen Menschenre ...[+++]


Zulks blijkt uit de parlementaire voorbereiding van artikel 15 van de wet van 10 februari 1981 (Parl. St., Senaat, 1980-1981, nr. 564-1, p. 13; ibid., nr. 564-2, p. 9; Hand., Senaat, 15 januari 1981, p. 704; Parl. St., Kamer, 1980-1981, nr. 736/3, p. 5) dat ertoe strekte dezelfde problematiek te regelen als artikel 5 van de programmawet van 2 juli 1981 (Parl. St., Kamer, 1980-1981, nr. 838/5, p. 3; Parl. St., Kamer, 1980-1981, nr. 838/37, pp. 2-3, 7-11), dat zelf in de wet van 10 april 1971 een bepaling heeft ingevoerd die soortgelijk is met die welke is ingevoerd door de bestreden bepaling.

Dies geht aus den Vorarbeiten zu Artikel 15 des Gesetzes vom 10. Februar 1981 (Parl. Dok., Senat, 1980-1981, Nr. 564-1, S. 13, ebenda, Nr. 564-2, S. 9; Ann., Senat, 15. Januar 1981, S. 704; Parl. Dok., Kammer, 1980-1981, Nr. 736/3, S. 5) hervor, der dazu diente, die gleiche Problematik zu regeln wie Artikel 5 des Programmgesetzes vom 2. Juli 1981 (Parl. Dok., Kammer, 1980-1981, Nr. 838/5, S. 3; Parl. Dok., Kammer, 1980-1981, Nr. 838/37, SS. 2-3, 7-11), der selbst in das Gesetz vom 10. April 1971 eine gleichartige Bestimmung wie die angefochtene Bestimmung eingefügt hat.


Zulks blijkt uit de parlementaire voorbereiding van artikel 15 van de wet van 10 februari 1981 (Parl. St., Senaat, 1980-1981, nr. 564-1, p. 13; ibid., nr. 564-2, p. 9; Hand., Senaat, 15 januari 1981, p. 704; Parl. St., Kamer, 1980-1981, nr. 736/3, p. 5) dat ertoe strekte dezelfde problematiek te regelen als artikel 5 van de programmawet van 2 juli 1981 (Parl. St., Kamer, 1980-1981, nr. 838/5, p. 3; Parl. St., Kamer, 1980-1981, nr. 838/37, pp. 2-3, 7-11), dat zelf in de wet van 10 april 1971 een bepaling heeft ingevoerd die identiek is met die welke wordt ingevoerd door de bestreden bepaling.

Dies geht aus den Vorarbeiten zu Artikel 15 des Gesetzes vom 10. Februar 1981 (Parl. Dok., Senat, 1980-1981, Nr. 564-1, S. 13, ebenda, Nr. 564-2, S. 9; Ann., Senat, 15. Januar 1981, S. 704; Parl. Dok., Kammer, 1980-1981, Nr. 736/3, S. 5) hervor, der dazu diente, die gleiche Problematik zu regeln wie Artikel 5 des Programmgesetzes vom 2. Juli 1981 (Parl. Dok., Kammer, 1980-1981, Nr. 838/5, S. 3; Parl. Dok., Kammer, 1980-1981, Nr. 838/37, SS. 2-3, 7-11), der selbst in das Gesetz vom 10. April 1971 eine Bestimmung mit dem gleichen Wortlaut wie die angefochtene Bestimmung eingefügt hat.


Ermee rekening houdende dat de prejudiciële vraag ertoe strekt de situatie van de beoefenaars van vrije beroepen te vergelijken met die van de handelaars sedert het arrest nr. 2/2002 van het Hof inzake artikel 96 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (hierna W.H.P.C. ), dient eerst te worden geantwoord op de vraag of de uitsluiting, door artikel 5 van de in het geding zijnde wet, van de vordering tot staking voor daden van namaking, in de zin van artikel 13, A, 1, a en b, van dezelfde ...[+++]

Unter Berücksichtigung dessen, dass die präjudizielle Frage die Situation der Freiberufler mit derjenigen der Kaufleute seit dem Urteil Nr. 2/2002 des Hofes in bezug auf Artikel 96 des Gesetzes vom 14. Juli 1991 über die Handelspraktiken sowie die Aufklärung und den Schutz der Verbraucher (nachfolgend HPVG) vergleichen soll, ist zunächst die Frage zu beantworten, ob der Ausschluss der Unterlassungsklage für Fälschungshandlungen im Sinne von Artikel 13 Teil A Absatz 1 Buchstaben a) und b) des Gesetzes über irreführende Werbung in bezug auf freie Berufe durch Artikel 5 desselben Gesetzes, während eine solche Klage für andere, in Artikel 13 ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ertoe strekte dezelfde' ->

Date index: 2024-08-15
w