Indien uit de feitelijke omstandigheden van een concreet geval zou blijken dat de weigering om aan een van zijn familieleden een verblijfsrecht te verlenen in het kader van de gezinshereniging, ertoe zou leiden een Belg het genot te ontzeggen van de voornaamste door zijn status van burger van de Unie verleende rechten, doordat hij de facto ertoe zou worden verplicht het grondgebied van de Europese Unie te verlaten, zou de bepaling krachtens welke een dergelijk recht op gezinshereniging zou worden geweigerd, buiten toepassing dienen te worden gelaten.
Wenn die faktischen Umstände eines konkreten Falls ergeben sollten, dass die Weigerung, einem Familienangehörigen ein Aufenthaltsrecht im Rahmen der Familienzusammenführung zu gewähren, dazu führen würde, einem Belgier den Genuss des Kernbestands der Rechte, die der Unionsbürgerstatus verleiht, zu verwehren, indem er de facto verpflichtet würde, das Gebiet der Europäischen Union zu verlassen, müsste die Bestimmung, aufgrund deren ein solches Recht auf Familienzusammenführung verweigert würde, außer Anwendung gelassen werden.