Indien een kennelijke inbreuk of een ernstige dreiging voor een inbreuk vaststaat, zal de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg « de staking [kunnen] bevelen van handelingen waarvan de uitvoering reeds is begonnen of maatregelen opleggen ter preventie van de uitvoering ervan of ter voorkoming van schade aan het leefmilieu » (artikel 1 van de wet van 12 januari 1993).
Wenn ein offensichtlicher Verstoss oder die ernsthafte Gefahr eines Verstosses erwiesen ist, kann der Präsident des Gerichtes erster Instanz « die Unterlassung von Handlungen anordnen, deren Ausführung bereits begonnen hat, oder Massnahmen auferlegen, um der Ausführung dieser Handlungen vorzubeugen oder Umweltschäden zu verhindern » (Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993).