De verzoekende partijen klagen aan dat de rechtzoekende niet langer de wettigheid van een bestuurshandeling kan betwisten wanneer de Raad van State de gevolgen ervan heeft gehandhaafd, met toepassing van artikel 14ter, terwijl hij dat wel kan wanneer artikel 14ter niet werd toegepast, inzonderheid wanneer een schending van het Unierecht werd aangevoerd.
Die klagenden Parteien bemängeln, dass Rechtsuchende nicht mehr die Rechtmäßigkeit eines Verwaltungsaktes anfechten könnten, wenn der Staatsrat deren Folgen aufrechterhalten habe in Anwendung von Artikel 14ter, während sie das wohl tun könnten, wenn Artikel 14ter nicht angewandt worden sei, insbesondere, wenn ein Verstoß gegen das Unionsrecht angeführt worden sei.