Voor het onderzoek naar de verenigbaarheid van de nationale wetgeving , met inbegrip van de statuten van de nationale centrale banken, met de artikelen 108 en 109 van het Verdrag en de ESCB-statuten is een beoordeling vereist van de naleving van het verbod op monetaire financiering (artikel 101 van het EG-Verdrag) en van het verbod op bevoorrechte toegang (artikel 102 van het EG-Verdrag), de consistentie met de doelstellingen van het ESCB (artikel 105, lid 1, van het EG-Verdrag), de onafhankelijkheid van de centrale bank (artikel 108 van het EG-Verdrag) en de integratie van de nationale centrale banken in het ESCB (diverse artikelen van het EG-Verdrag en de ESCB-statuten).
Die Bewertung der Vereinbarkeit der innerstaatlichen Rechtsvorschriften, einschließlich der Satzung der jeweiligen nationalen Zentralbanken, mit Artikel 108 und 109 EG-Vertrag sowie der ESZB-Satzung verlangt folgende Prüfungen: Befolgung des Verbots der monetären Finanzierung des Staatsdefizits (Artikel 101 EG) und des Verbots des bevorrechtigten Zugangs (Artikel 102 EG), Übereinstimmung mit den ESZB-Zielen (Artikel 105 Absatz 1 EG), Unabhängigkeit der Zentralbank (Artikel 108 EG), und Einbindung der Zentralbank in das ESZB (mehrere Artikel des EG-Vertrags und der ESZB-Satzung).