Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "essentiële jurisdictionele waarborg " (Nederlands → Duits) :

Immers, hoewel artikel 5.4 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens geen enkel recht doet ontstaan op een beroep tegen de jurisdictionele beslissingen die ertoe strekken een aanhouding te bevelen of te verlengen, zodat de wetgever niet ertoe gehouden is te voorzien in een cassatieberoep tegen een beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis, vormt een controle van de wettigheid van die beslissingen, en met name van de inachtneming van de verplichting van een bijzondere motivering waartoe de onderzoeksgerechten gehouden zijn, op dat gebied niettemin een essentiële ...[+++]

Auch wenn Artikel 5 Absatz 4 der Europäischen Menschenrechtskonvention keinerlei Recht auf eine Berufung gegen die gerichtlichen Entscheidungen, die dazu dienen, eine Haft anzuordnen oder zu verlängern, entstehen lässt, sodass der Gesetzgeber nicht dazu verpflichtet ist, eine Kassationsbeschwerde gegen eine Entscheidung zur Aufrechterhaltung der Untersuchungshaft vorzusehen, stellt eine Kontrolle der Rechtmäßigkeit dieser Entscheidungen, und insbesondere der Einhaltung der Verpflichtung zu einer besonderen Begründung, die für die Untersuchungsgerichte gilt, auf diesem Gebiet nämlich dennoch eine wesentliche Garantie dar, was der Gesetzge ...[+++]


Andere verzoekende partijen voor de verwijzende rechter zijn van mening dat de bekrachtiging bij artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 weliswaar expliciet was voorgeschreven, maar dat zij, gelet op de omstandigheden, uitsluitend zou zijn toegepast met de bedoeling bepaalde burgers een essentiële jurisdictionele waarborg te ontzeggen, te dezen, een beroep bij de Raad van State tegen deel XII van het koninklijk besluit van 30 maart 2001.

Andere vor dem Verweisungsrichter klagende Parteien sind der Auffassung, die durch Artikel 131 des Programmgesetzes vom 30. Dezember 2001 erfolgte Bestätigung sei, obwohl sie ausdrücklich vorgeschrieben gewesen sei, angesichts der Umstände ausschliesslich mit der Absicht und mit dem Ziel vorgenommen worden, gewissen Bürgern eine wesentliche Rechtsprechungsgarantie zu entziehen, nämlich eine Klage beim Staatsrat gegen Teil XII des königlichen Erlasses vom 30. März 2001.


Andere verzoekende partijen voor de verwijzende rechter zijn van mening dat de bekrachtiging bij artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 weliswaar expliciet was voorgeschreven, maar dat zij, gelet op de omstandigheden, uitsluitend zou zijn toegepast met de bedoeling bepaalde burgers een essentiële jurisdictionele waarborg te ontzeggen, te dezen een beroep bij de Raad van State tegen deel XII van het koninklijk besluit van 30 maart 2001.

Andere vor dem Verweisungsrichter klagende Parteien sind der Auffassung, die durch Artikel 131 des Programmgesetzes vom 30. Dezember 2001 erfolgte Bestätigung sei, obwohl sie ausdrücklich vorgeschrieben gewesen sei, angesichts der Umstände ausschliesslich mit der Absicht und mit dem Ziel vorgenommen worden, gewissen Bürgern eine wesentliche Rechtsprechungsgarantie zu entziehen, nämlich eine Klage beim Staatsrat gegen Teil XII des königlichen Erlasses vom 30. März 2001.


Hij verwijst naar het arrest nr. 16/91, waarin het Hof heeft gesteld dat artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State op de meest algemene wijze een essentiële jurisdictionele waarborg invoert, en wijst erop dat artikel 151, § 1, van de Grondwet slechts een beperkte draagwijdte heeft.

Er verweist auf das Urteil Nr. 16/91, in dem der Hof erklärt habe, dass Artikel 14 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat ganz allgemein eine wesentliche Rechtsprechungsgarantie einführe, und verweist darauf, dass Artikel 151, § 1 der Verfassung lediglich eine begrenzte Tragweite habe.


Het zesde middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de verzoeker A. Pépin het beroep tot vernietiging dat hij tegen de wet van 26 maart 1996 had ingesteld, niet door het Hof heeft kunnen laten beslechten, en hem aldus door de uitvoerende macht een essentiële jurisdictionele waarborg werd ontnomen.

Der sechste Klagegrund geht von einer Verletzung der Artikel 10 und 11 der Verfassung aus, und zwar mit der Begründung, dass der Kläger A. Pépin die von ihm gegen das Gesetz vom 26. März 1996 erhobene Nichtigkeitsklage nicht vom Hof habe beurteilen lassen können und ihm somit durch die vollziehende Gewalt eine wesentliche richterliche Garantie versagt worden sei.


De verzoeker voert een zesde middel aan, afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat hem het recht werd ontzegd om het beroep tot vernietiging dat hij tegen de wet van 26 maart 1996 had ingesteld, door het Hof te laten beslechten, en hem aldus door de uitvoerende macht een essentiële jurisdictionele waarborg werd ontnomen.

Der Kläger bringt einen sechsten Klagegrund vor, der von einer Verletzung der Artikel 10 und 11 der Verfassung ausgeht, mit der Begründung, dass ihm das Recht versagt werde, die Nichtigkeitsklage, die er gegen das Gesetz vom 26. März 1996 erhoben habe, vom Hof beurteilen zu lassen, und ihm somit durch die vollziehende Gewalt eine wesentliche richterliche Garantie entzogen werde.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'essentiële jurisdictionele waarborg' ->

Date index: 2021-08-21
w