Overeenkomstig de huidige richtsnoeren woont 52,2% van de EU-25-bevolking in gebieden die voor regionale steun in aanmerking komen, waarvan 34,2% in gebieden die in v
ergelijking met het gemiddelde van de EU-25 worden beschouwd als achterstandsgebieden (en bijgevolg steungebieden in de zin van artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag zijn) die voor de hoogste steunpercentages (40% - 50%) in aanmerking komen, en 18% in gebieden die relatief
minder achterstand hebben (steungebieden in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het V
...[+++]erdrag ) die bijgevolg voor lagere steunpercentages (10% - 20%) in aanmerking komen.