4. De in lid 1, onder a) tot en met c), bedoelde landen moeten vooraf een met redenen omkleed verzoek indienen bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming in de Gemeenschap op basis van het feit dat zij niet over de technische mogelijkheden en de noodzakelijke inrichtingen beschikken om de afvalstoffen op milieuhygiënisch verantwoorde wijze te verwijderen en die redelijkerwijze niet kunnen verwerven.
(4) Die in Absatz 1 Buchstaben a) bis c) genannten Staaten werden ersucht, zuvor der zuständigen Behörde des Empfängermitgliedstaats in der Gemeinschaft einen angemessen begründeten Antrag zu unterbreiten, der sich darauf stützt, dass sie die technische Kapazität und die erforderlichen Anlagen für die umweltverträgliche Beseitigung der Abfälle nicht besitzen und billigerweise nicht erwerben können.