6. is verheugd over de erkenning van het kwaad van de slavernij en de praktijk van de slavenhandel, die heden ten dage zouden worden beschouwd als misdaden tegen de mensheid; is met name verheugd over het feit dat discriminatie van de Roma en de Sinti voor het eerst op internationaal niveau is erkend, maar betreurt dat in de slotverklaring geen sprake is van discriminatie van de Dahlit;
6. begrüßt die Verurteilung des Übels der Sklaverei und des Sklavenhandels, das, würde es heute begangen, als Verbrechen gegen die Menschlichkeit betrachtet würde; begrüßt insbesondere den Umstand, dass die Diskriminierung der Roma und Sinti zum ersten Mal auf internationaler Ebene anerkannt worden ist; bedauert jedoch, dass in der Abschlusserklärung die Diskriminierung der Dahlit nicht erwähnt wird;