11. is nogal verbijsterd over de keuze van de Conventie om het Euratom-Verdrag, enigszins gewijzigd bij een protocol gehecht aan deel III van het constitutioneel verdrag, als afzonderlijk verdrag te handhaven; is van oordeel dat deze keuze van de Conventie niet in overeenstemming is met het standpunt van het EP van 13 april 2000, dat er "een nieuw geconsolideerd hoofdstuk in het EG-Verdrag [moet] worden opgenomen; met betrekking tot wetgeving op het gebied van kernenergie dient er een rol te zijn weggelegd voor het Parlement";
11. zeigt sich eher überrascht darüber, dass sich der Konvent dafür entschieden hat, den Euratom-Vertrag als eigenständigen, durch ein Teil III des Verfassungsvertrags beigefügtes Protokoll geringfügig geänderten Vertrag beizubehalten; diese Entscheidung des Konvents steht nicht im Einklang mit dem Standpunkt des EP vom 13. April 2000, wonach „ein neues konsolidiertes Kapitel in den EG-Vertrag aufzunehmen ist; dabei ist zu gewährleisten, dass das Parlament in die Gesetzgebung im Bereich der Atomenergie einbezogen wird“;