Traduction de «europees grondgebied kunnen integreren » (Néerlandais → Allemand) :

Indien we besluiten dat mensen gehervestigd moeten worden, is er geen enkele reden om vanwege de papierwinkel en bureaucratische procedures te dralen voordat wij de vluchtelingen echt op Europees grondgebied kunnen integreren.
Wenn wir uns bereits dazu entschlossen haben, diese Menschen neu anzusiedeln, dann gibt es für uns keinen Anlass mehr, uns in Papierkriegen mit Verwaltung und Bürokratie zu verzetteln, bevor wir uns wirklich ihrer Integration auf europäischem Boden widmen können.

Het is toch ongelooflijk dat van de Europese boeren wordt verlangd dat zij voldoen aan de hoogste productienormen ter wereld, terwijl de hoeveelheid landbouwproducten die het Europees grondgebied kunnen binnenkomen zonder aan diezelfde normen te voldoen, tegelijkertijd groeit.
Die Forderung, dass europäische Landwirte die weltweit höchsten Produktionsstandards erfüllen müssen, während gleichzeitig immer mehr Agrarerzeugnisse in Europa eingeführt werden können, ohne die gleichen Normen zu erfüllen, ist dennoch außergewöhnlich.

Pas dan zal men een echte vrijheid van verkeer van personen en goederen op heel het Europees grondgebied kunnen garanderen en de fundamenten kunnen leggen voor een strategische interconnectie met de landen van de Middellandse Zee en Oost-Europa.
Das wäre eine echte Garantie für einen wirklich freien Personen- und Warenverkehr im Gebiet der Union und die Vorbereitung auf eine strategische Vernetzung mit den Ländern des Mittelmeerraums und Osteuropas.

29. verzoekt de lidstaten en de regionale en lokale autoriteiten om interactie tussen immigranten en hun gastsamenleving te stimuleren door de bevordering van onder andere gedeelde fora, interculturele dialoog, seminars, tentoonstellingen en culturele en sportactiviteiten; dringt er bovendien op aan nieuwe structuren te creëren of bestaande te ondersteunen zodat immigranten in de gastsamenleving kunnen integreren ter voorkoming van de sociale uitsluiting van nieuwkomers en van diegenen die zich reeds in het land hebben gevestigd, maar die het moeilijk hebben om te integreren, verzoekt verder om steun te verlenen aan migrantenorganisaties op hun grondgebied en om de betrekkingen met de landen van herkomst van migranten te versterken;
29. fordert die Mitgliedstaaten und die regionalen und örtlichen Behörden auf, die Interaktion zwischen Zuwanderern und ihrer Aufnahmegesellschaft anzuregen, unter anderem durch die Förderung gemeinsamer Foren, des interkulturellen Dialogs, von Seminaren, Ausstellungen und Kultur- und Sportveranstaltungen; fordert ferner, dass neue Strukturen geschaffen oder bestehende Strukturen unterstützt werden, um es Zuwanderern zu ermöglichen, sich in die Aufnahmegesellschaft zu integrieren, um die soziale Ausgrenzung von Neuzuwanderern und derjenigen zu vermeiden, die sich bereits niedergelassen haben, jedoch Schwierigkeiten bei der Integration haben; fordert ferner, Migrantenorganisationen in ihren Hoheitsgebieten zu unterstützen und die Verbindungen zu den Heimatländern der Migranten zu stärken;

29. verzoekt de lidstaten en de regionale en lokale autoriteiten om interactie tussen immigranten en hun gastsamenleving te stimuleren door de bevordering van onder andere gedeelde fora, interculturele dialoog, seminars, tentoonstellingen en culturele en sportactiviteiten; dringt er bovendien op aan nieuwe structuren te creëren of bestaande te ondersteunen zodat immigranten in de gastsamenleving kunnen integreren ter voorkoming van de sociale uitsluiting van nieuwkomers en van diegenen die zich reeds in het land hebben gevestigd, maar die het moeilijk hebben om te integreren en tegelijkertijd steun te verlenen aan migrantenorganisaties op hun grondgebied en de betrekkingen met de landen van herkomst van migranten te versterken;
29. fordert die Mitgliedstaaten und die regionalen und örtlichen Behörden auf, die Interaktion zwischen Zuwanderern und ihrer Aufnahmegesellschaft anzuregen, unter anderem durch die Förderung gemeinsamer Foren, des interkulturellen Dialogs, von Seminaren, Ausstellungen und Kultur- und Sportveranstaltungen; fordert ferner, dass neue Strukturen geschaffen oder bestehende Strukturen unterstützt werden, um es Zuwanderern zu ermöglichen, sich in die Aufnahmegesellschaft zu integrieren, um die soziale Ausgrenzung von Neuzuwanderern und derjenigen zu vermeiden, die sich bereits niedergelassen haben, jedoch Schwierigkeiten bei der Integration haben, und dabei auch Migrantenorganisationen in ihren Gebieten zu unterstützen und die Verbindungen zu den Heimatländern der Migranten zu stärken;

1. « Schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in die zin geïnterpreteerd dat de beperking van het recht op maatschappelijke dienstverlening dat in die bepaling is voorgeschreven, niet van toepassing is op een vreemdeling ten aanzien van wie materieel niet kan worden overgegaan tot een verwijdering krachtens artikel 14 van de wet van 22 december 1999, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 23 van de Grondwet en artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat het, enerzijds, de vreemdelingen die illegaal in het Koninkrijk verblijven en kunnen worden verwijderd en, anderzijds, de vreemdelingen die op grond van de bepalingen van de wet van 22 december 1999 een regularisatieaanvraag hebben ingediend en krachtens artikel 14 van diezelfde wet niet van het grondgebied kunnen worden verwijderd, op een verschillende manier behandelt ?
1. « Verstösst Artikel 57 § 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren, dahingehend ausgelegt, dass die in dieser Bestimmung festgelegte Einschränkung des Rechts auf Sozialhilfe keine Anwendung findet auf einen Ausländer, bei dem de facto keine Entfernung gemäss Artikel 14 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 vorgenommen werden kann, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 23 der Verfassung und Artikel 3 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem er die Ausländer, die sich illegal im Königreich aufhalten und vom Staatsgebiet entfernt werden können, einerseits und die Ausländer, die aufgrund der Bestimmungen des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 einen Regularisierungsantrag eingereicht haben und gemäss Artikel 14 desselben Gesetzes nicht vom Staatsgebiet entfernt werden können, andererseits unterschiedlich behandelt?

In de prejudiciële vragen wordt het Hof gevraagd of artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 191 van de Grondwet, met artikel 11.1 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat binnen de categorie van illegale vreemdelingen geen onderscheid wordt gemaakt tussen de vreemdelingen die van het grondgebied kunnen worden verwijderd en hen die niet feitelijk kunnen worden verwijderd ingevolge artikel 14 van de wet van 22 december 1999.
In den präjudiziellen Fragen wird der Hof gefragt, ob Artikel 57 § 2 des ÖSHZ-Gesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung oder nicht mit den Artikeln 23 und 191 der Verfassung, mit Artikel 11 Absatz 1 des Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte und mit Artikel 3 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstösst, indem innerhalb der Kategorie illegaler Ausländer kein Unterschied zwischen den Ausländern, die vom Staatsgebiet entfernt werden können, und denjenigen, die aufgrund von Artikel 14 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 faktisch nicht entfernt werden können, vorgenommen wird.

De verwijzende rechter vraagt aan het Hof ook of artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 191 van de Grondwet, met artikel 11.1 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat binnen de categorie van illegale vreemdelingen geen onderscheid wordt gemaakt tussen de vreemdelingen die van het grondgebied kunnen worden verwijderd en hen die niet feitelijk worden verwijderd ingevolge artikel 14 van de wet van 22 december 1999.
Der Verweisungsrichter fragt den Hof auch, ob Artikel 57 § 2 des ÖSHZ-Gesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, in Verbindung oder nicht mit den Artikeln 23 und 191 der Verfassung, mit Artikel 11 Absatz 1 des Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte und mit Artikel 3 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem innerhalb der Kategorie von Ausländern kein Unterschied vorgenommen wird zwischen den illegalen Ausländern, die vom Staatsgebiet entfernt werden können, und denjenigen, die aufgrund von Artikel 14 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 nicht effektiv entfernt werden.

In de andere prejudiciële vragen wordt het Hof gevraagd of artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 191 van de Grondwet, met artikel 11.1 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat binnen de categorie van illegale vreemdelingen geen onderscheid wordt gemaakt tussen de vreemdelingen die van het grondgebied kunnen worden verwijderd en hen die niet feitelijk worden verwijderd ingevolge artikel 14 van de wet van 22 december 1999.
In den anderen präjudiziellen Fragen wird dem Hof die Frage vorgelegt, ob Artikel 57 § 2 des ÖSHZ-Gesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, in Verbindung oder nicht mit den Artikeln 23 und 191 der Verfassung, mit Artikel 11 Absatz 1 des Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte und mit Artikel 3 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem innerhalb der Kategorie von Ausländern kein Unterschied vorgenommen wird zwischen den illegalen Ausländern, die vom Staatsgebiet entfernt werden können, und denjenigen, die aufgrund von Artikel 14 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 nicht effektiv entfernt werden.