De bestreden bekrachtiging zou
ongrondwettig zijn omdat de bekrachtigde bepaling in strijd is met een verplichting van EU-recht, namelijk de uit artikel 23, leden 2 en 3, van de richtlijn
2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 « betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG » (hierna : Tweede Elektriciteitsrichtlijn) voortvloeiende verplichting voor de overheid om het voorstel van tarifaire method
en van de ...[+++]regulator enkel goed te keuren of af te keuren, maar dit niet te wijzigen.
Die beanstandete Bestätigung sei verfassungswidrig, weil die bestätigte Bestimmung im Widerspruch zu einer Verpflichtung des EU-Rechts stehe, nämlich die sich aus Artikel 23 Absätze 2 und 3 der Richtlinie 2003/54/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 26. Juni 2003 über gemeinsame Vorschriften für den Elektrizitätsbinnenmarkt und zur Aufhebung der Richtlinie 96/92/EG (nachstehend: zweite Elektrizitätsrichtlinie) ergebende Verpflichtung für die Behörden, den Vorschlag von Tarifmethoden seitens des Regulators nur zu genehmigen oder abzulehnen, diesen jedoch nicht zu ändern.