4. merkt op dat de Europese scholen, behalve die van Brussel, Luxemburg en München, een beperkt aantal leerlingen hebben van personeelsleden van een Europese instelling; gelooft dat het belang van de Europese scholen voor de "goede werking van de Europese instellingen" thans moet worden onderworpen aan een onafhankelijke evaluatie;
4. weist darauf hin, dass die Europäischen Schulen mit Ausnahme der in Brüssel, Luxemburg und München eine begrenzte Zahl von Schülern haben, die Kinder von Bediensteten eines europäischen Organs sind; glaubt, dass die Bedeutung der Europäischen Schulen für das "ordnungsgemäße Funktionieren der europäischen Organe" jetzt Gegenstand einer unabhängigen Bewertung sein muss;