De naleving van de autonomie van de geloofsgemeenschappen p
ast in een bepaalde juridische staatsordening en valt bijgevolg onder de naleving en de perken van het door de Staat vast
gestelde juridische kader : er bestaat immers « in
de praktijk van de Europese Staten, een grote verscheidenheid aan grondwettelijke modellen die de betrekkingen tussen de Staat en de erediensten regelen » (EHRM, grote kamer, 9 juli 2013, Sindicatul « Pas
...[+++]torul cel Bun » t. Roemenië, § 138; grote kamer, 12 juli 2014, Fernssndez Mart¤nez t. Spanje, § 130).Die Achtung der Autonomie der Glaubensgemeinschaften ist Bestandteil einer bestimmten staatlichen Rechtsordnung und folglich der Achtung der Grenzen des durch den Staat festgelegten Rechtsrahmens; es besteht nämlich
« in der Praxis der europäischen Staaten eine große Vielfalt von Verfassungsmodellen zur Regelung der Beziehungen zwischen dem Staat und den Kult
en » (EuGHMR, Große Kammer, 9. Juli 2013, Sindicatul « Pastorul cel Bun » gegen Rumänien, § 138; Große Kammer, 12. Juli 2014, Fernssndez Mart¤nez gegen Span
...[+++]ien, § 130).