Vertaling van "europese meerwaarde grotendeels genegeerd " (Nederlands → Duits) :

166. wijst er nogmaals op dat overeenkomstig het Verdrag van Lissabon „de begroting , onverminderd andere ontvangsten, volledig uit eigen middelen [wordt] gefinancierd”; benadrukt dat de wijze waarop het stelsel van eigen middelen zich heeft ontwikkeld, waarbij werkelijke eigen middelen geleidelijk zijn vervangen door de zogenoemde „nationale bijdragen”, een onevenredige nadruk legt op de nettosaldo's van de lidstaten, waardoor het beginsel van solidariteit binnen de EU in het gedrang komt, het Europees gemeenschappelijk belang verwatert en de Europese meerwaarde grotendeels genegeerd wordt; merkt op dat dit er in de praktijk toe leidt dat de omvang van de begroting beïnvloed wordt door de financiële situatie van de afzonderlijke lidstaten, alsook door hun opstelling tegenover de EU; roept daarom met klem op tot een grondige hervorming van de EU- middelen, teneinde de financiering van de EU-begroting weer in overeenstemming te brengen met de geest en de eisen van het Verdrag;
166. verweist darauf, dass nach dem Vertrag von Lissabon der Haushaltsplan der Union unbeschadet anderer Einnahmen in seiner Gesamtheit aus Eigenmitteln finanziert werden soll; unterstreicht, dass die Art und Weise der Entwicklung des Systems der Eigenmittel, bei der die wirklichen Eigenmittel schrittweise durch die sogenannten „nationalen Beiträge“ ersetzt wurden, einen unverhältnismäßigen Schwerpunkt auf die Nettosalden zwischen den Mitgliedstaaten legt und damit dem Grundsatz der Solidarität der EU widerspricht, das gemeinsame europäische Interesse verwässert und den europäischen Zusatznutzen weitgehend ignoriert; stellt fest, dass dieser Zustand in der Praxis bedeutet, dass das Volumen des Haushaltsplans von den finanziellen Umständen einzelner Mitgliedstaaten sowie ihrer Haltung gegenüber der EU beeinflusst wird; fordert deshalb mit Nachdruck eine tiefgreifende Reform der EU-Ressourcen, um die Finanzierung des EU-Haushaltsplans in Einklang mit dem Geist und den Auflagen des Vertrages zu bringen;

165. wijst er nogmaals op dat overeenkomstig het Verdrag van Lissabon "de begroting , onverminderd andere ontvangsten, volledig uit eigen middelen [wordt] gefinancierd"; benadrukt dat de wijze waarop het stelsel van eigen middelen zich heeft ontwikkeld, waarbij werkelijke eigen middelen geleidelijk zijn vervangen door de zogenoemde "nationale bijdragen", een onevenredige nadruk legt op de nettosaldo's van de lidstaten, waardoor het beginsel van solidariteit binnen de EU in het gedrang komt, het Europees gemeenschappelijk belang verwatert en de Europese meerwaarde grotendeels genegeerd wordt; merkt op dat dit er in de praktijk toe leidt dat de omvang van de begroting beïnvloed wordt door de financiële situatie van de afzonderlijke lidstaten, alsook door hun opstelling tegenover de EU; roept daarom met klem op tot een grondige hervorming van de EU- middelen, teneinde de financiering van de EU-begroting weer in overeenstemming te brengen met de geest en de eisen van het Verdrag;
165. verweist darauf, dass nach dem Vertrag von Lissabon der Haushaltsplan der Union unbeschadet anderer Einnahmen in seiner Gesamtheit aus Eigenmitteln finanziert werden soll; unterstreicht, dass die Art und Weise der Entwicklung des Systems der Eigenmittel, bei der die wirklichen Eigenmittel schrittweise durch die sogenannten „nationalen Beiträge“ ersetzt wurden, einen unverhältnismäßigen Schwerpunkt auf die Nettosalden zwischen den Mitgliedstaaten legt und damit dem Grundsatz der Solidarität der EU widerspricht, das gemeinsame europäische Interesse verwässert und den europäischen Zusatznutzen weitgehend ignoriert; stellt fest, dass dieser Zustand in der Praxis bedeutet, dass das Volumen des Haushaltsplans von den finanziellen Umständen einzelner Mitgliedstaaten sowie ihrer Haltung gegenüber der EU beeinflusst wird; fordert deshalb mit Nachdruck eine tiefgreifende Reform der EU-Ressourcen, um die Finanzierung des EU-Haushaltsplans in Einklang mit dem Geist und den Auflagen des Vertrages zu bringen;

10. is van mening dat de algehele omvang van de middelen van de EU niet mag worden beïnvloed door de huidige mondiale economische crisis, zelfs als het BBI van de lidstaten niet langer een stijgende lijn zou vertonen; is er daarom van overtuigd dat de uitgaven van de EU met name gericht moeten zijn op beleid met een duidelijke Europese meerwaarde, geheel overeenkomstig de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid; herinnert eraan dat de omvang van die meerwaarde in tijden van crisis grotendeels berust op het fundamentele beginsel van solidariteit tussen de Europese volkeren;
10. ist der Ansicht, dass die Gesamthöhe der der Europäischen Union zur Verfügung stehenden Mittel nicht durch die gegenwärtige Weltwirtschaftskrise beeinträchtigt werden darf, selbst wenn das BNE der Mitgliedstaaten nicht mehr stetig wächst; ist daher der Überzeugung, dass die Ausgaben der Europäischen Union in völliger Übereinstimmung mit den Grundsätzen der Subsidiarität, der Verhältnismäßigkeit und der Solidarität auf Politikbereiche ausgerichtet werden sollten, in denen Handeln auf europäischer Ebene mit einem deutlichen Zusatznutzen verbunden ist; erinnert daran, dass dieser Zusatznutzen in Zeiten der Krise weitgehend an dem grundlegenden Prinzip der Solidarität zwischen den europäischen Völkern gemessen wird;

10. is van mening dat de algehele omvang van de middelen van de EU niet mag worden beïnvloed door de huidige mondiale economische crisis, zelfs als het BBI van de lidstaten niet langer een stijgende lijn zou vertonen; is er daarom van overtuigd dat de uitgaven van de EU met name gericht moeten zijn op beleid met een duidelijke Europese meerwaarde, geheel overeenkomstig de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid; herinnert eraan dat de omvang van die meerwaarde in tijden van crisis grotendeels berust op het fundamentele beginsel van solidariteit tussen de Europese volkeren;
10. ist der Ansicht, dass die Gesamthöhe der der EU zur Verfügung stehenden Mittel nicht durch die gegenwärtige Weltwirtschaftskrise beeinträchtigt werden darf, selbst wenn das BNE der Mitgliedstaaten nicht mehr stetig wächst; ist daher der Überzeugung, dass die Ausgaben der EU in völliger Übereinstimmung mit den Grundsätzen der Subsidiarität, der Verhältnismäßigkeit und der Solidarität auf Politikbereiche ausgerichtet werden sollten, in denen Handeln auf europäischer Ebene mit einem deutlichen Zusatznutzen verbunden ist; erinnert daran, dass dieser Zusatznutzen in Zeiten der Krise weitgehend an dem grundlegenden Prinzip der Solidarität zwischen den europäischen Völkern gemessen wird;