Vertaling van "europese pre-toetredingssteun aan bulgarije " (Nederlands → Duits) :

In tegenstelling tot andere instrumenten van de Unie waarmee rechtstreekse steun wordt gegeven aan haar externe beleid (zoals het instrument voor pre-toetredingssteun (2) , het Europese nabuurschapsinstrument (3) , het ontwikkelingssamenwerkingsinstrument (4) , enz) mag macrofinanciële bijstand niet worden gebruikt voor reguliere financiële ondersteuning en mag deze bijstand evenmin primair gericht zijn op de ondersteuning van de economische en sociale ontwikkeling van de begunstigde landen.
Im Unterschied zu anderen Instrumenten der Union, die ihre Außenpolitik direkt unterstützen (wie das Instrument für Heranführungshilfe (2) , das Europäische Nachbarschaftsinstrument (3) , das Instrument für Entwicklungszusammenarbeit (4) usw.), sollte Makrofinanzhilfe weder als eine regelmäßige Finanzhilfe eingesetzt werden noch das vorrangige Ziel verfolgen, die wirtschaftliche und soziale Entwicklung der Empfängerländer zu unterstützen.

Wat de ontvangst van Europese pre-toetredingssteun aan Bulgarije betreft, kan worden opgemerkt dat het land problemen heeft gehad met de coördinatie van deze middelen, maar dat er aanwijzingen bestaan dat er thans verbeteringen zijn gerealiseerd.
Was die EU-Heranführungshilfen für Bulgarien betrifft, so hatte das Land Probleme mit der Koordinierung dieser Mittel, jedoch gibt es Anzeichen dafür, dass hier Verbesserungen eingetreten sind.

52. verwelkomt de voorstellen van de Europese Raad van Kopenhagen van 12 en 13 december 2002 om de pre-toetredingssteun voor Bulgarije en Roemenië aanzienlijk te verhogen, en de opmerking dat "het beschikbaar te stellen hoge financieringsbedrag op flexibele wijze moet worden gebruikt en worden besteed aan de aangewezen prioriteiten"; neemt tevens nota van de voorgenomen verhoging van de financiële bijstand voor Turkije;
52. begrüßt die auf dem Europäischen Rat von Kopenhagen am 12. und 13. Dezember 2002 gemachten Vorschläge für eine signifikante Anhebung der Heranführungshilfen für Bulgarien und Rumänien sowie den Umstand, dass die bereitzustellende umfangreichen Finanzmittel flexibel genutzt und auf die festgestellten Prioritäten gerichtet sein soll; nimmt ebenfalls die beabsichtigte Anhebung der finanziellen Unterstützung für die Türkei zur Kenntnis;

50. verwelkomt de voorstellen van de Europese Raad van december 2002 in Kopenhagen om de pre-toetredingssteun voor Bulgarije en Roemenië aanzienlijk te verhogen, en de opmerking dat "het beschikbaar te stellen hoge financieringsbedrag op flexibele wijze moet worden gebruikt en worden besteed aan de aangewezen prioriteiten"; neemt tevens nota van de voorgenomen verhoging van de financiële bijstand voor Turkije;
50. begrüßt die auf dem Kopenhagener Rat vom Dezember 2002 gemachten Vorschläge für eine signifikante Anhebung der beitrittsvorbereitenden Unterstützung für Bulgarien und Rumänien sowie den Umstand, dass die bereitzustellende hohe Mittelausstattung flexibel und unter Beachtung bestimmter Zielsetzungen eingesetzt werden soll; nimmt ebenfalls die beabsichtigte Anhebung der finanziellen Unterstützung für die Türkei zur Kenntnis;

is ingenomen met de in december 2002 tijdens de Europese Raad van Kopenhagen gedane voorstellen voor een aanzienlijke verhoging van de pre-toetredingssteun voor Bulgarije en Roemenië; juicht het toe dat "het beschikbaar te stellen hoge financieringsbedrag op flexibele wijze [moet] worden gebruikt en worden besteed aan de aangewezen prioriteiten"; neemt voorts kennis van de voorgenomen hogere financiële bijstand voor Turkije;
begrüßt die auf dem Gipfeltreffen des Rates vom Dezember 2002 in Kopenhagen gemachten Vorschläge für eine signifikante Anhebung der beitrittsvorbereitenden Unterstützung für Bulgarien und Rumänien und die Aussage, dass „die umfangreichen Finanzmittel, die gewährt werden, flexibel genutzt werden und auf [bestimmte] Prioritäten gerichtet sein sollten“; nimmt ebenfalls die beabsichtigte Aufstockung der beitrittsvorbereitenden Unterstützung für die Türkei zur Kenntnis;

22. wijst erop dat aan Bulgarije in het kader van het PHARE-programma in de periode 1992‑2003 1,50 miljard euro is toegewezen en het land in 2004 kan rekenen op een bedrag van 257,3 miljoen euro; dat in het kader van het SAPARD-programma 56,1 miljoen euro aan Bulgarije is toegewezen en het toe te wijzen bedrag voor 2004 58,3 miljoen euro bedraagt; dat in het kader van het ISPA-programma in 2003 110 miljoen euro is toegewezen en dat voor Bulgarije en Roemenië in 2004 451,2 miljoen euro beschikbaar is; vreest dat grote delen van deze pre-toetredingssteun niet gebruikt zullen worden als de opnamecapaciteit niet aanzienlijk kan worden verhoogd, met name voor het SAPARD-programma, dat in 2003 een uitvoeringspercentage kende van slechts 33%; is verheugd dat de administratieve capaciteit van Bulgarije met betrekking tot het programmeren, beheren en controleren van de communautaire pre-toetredingssteun is verbeterd; onderstreept de noodzaak van aanhoudende verdere inspanningen;
22. hebt hervor, dass im Rahmen des Programms PHARE Bulgarien 1,5 Milliarden Euro für den Zeitraum von 1992 bis 2003 zugewiesen wurden und für 2004 Zuweisungen in Höhe von 257,3 Millionen Euro vorgesehen sind; im Rahmen des Programms SAPARD wurden Bulgarien 56,1 Millionen zugewiesen und für 2004 sind 58,3 Millionen vorgesehen; im Rahmen des Programms ISPA wurden 110 Millionen zugewiesen und 2004 werden 451,2 Millionen auf Bulgarien und Rumänien verteilt; ist besorgt, dass ein Großteil dieser Mittel zur Unterstützung der Beitrittvorbereitungen verloren geht, wenn die Abrufungsrate nicht beachtlich gesteigert werden kann, insbesondere für das Programm SAPARD, bei dem 2003 die Mittel nur zu 33 Prozent ausgeführt wurden; begrüßt, dass Verbesserungen der Verwaltungsstrukturen des Landes zur Planung, Verwaltung und Kontrolle der Gemeinschaftsmittel zur Beitrittsvorbereitung vorgenommen wurden; unterstreicht die Notwendigkeit ständiger weiterer Anstrengungen;

De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België de heer Robert URBAIN Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken Denemarken de heer Jörgen ROSTED Staatssecretaris van Handel en Industrie Duitsland de heer Johannes LUDEWIG Staatssecretaris van Economische Zaken Griekenland de heer Ioannis ANTHOPOULOS Staatssecretaris van Economische Zaken Spanje de heer Carlos WESTENDORP y CABEZA Staatssecretaris voor de Betrekkingen met de Europese Gemeenschappen Frankrijk de heer Michel BARNIER Onderminister van Europese Zaken Ierland de heer Enda KENNY Minister van Toerisme en Handel Italië de heer Giorgio RATTI Staatssecretaris van Begroting en Gemeenschapsbeleid Luxemburg de heer Georges WOHLFART Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Samenwerking Nederland de heer Michiel PATIJN Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Oostenrijk de heer Johannes DITZ Minister van Economische Zaken Portugal de heer Vitor MARTINS Staatssecretaris van Europese Integratie Finland de heer Antti KALLIOMÄKI Minister van Handel en Industrie Zweden de heer Mats HELLSTRÖM Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken Verenigd Koninkrijk de heer Ian TAYLOR Onderminister van Handel en Industrie (Handel en Technologie) Commissie de heer Martin BANGEMANN Lid de heer Mario MONTI Lid Gemeenschappelijke vergadering Raad/Geassocieerde LMOE, met inbegrip van de Baltische Staten Behalve de deelnemers aan de Raad Interne Markt hebben de volgende vertegenwoordigers van de geassocieerde LMOE en de Baltische landen deze zitting bijgewoond : Bulgarije : de heer Kiril TSOCHEV Vice-Premier, minister van Handel en Economische Samenwerking Hongarije : De heer Laszlo PAL Minister van Industrie en Handel Polen : de heer Jacek SARYUSZ-WOLSKI Onderstaatssecretaris, Raad van Ministers Roemenië : de heer Petru CRISAN Minister van Handel De Slowaakse Republiek: de heer Marian MOJZIS Staatssecretaris van Economische Zaken de Tsjechische Republ ...
Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Robert URBAIN Minister für Außenhandel und europäische Angelegenheiten Dänemark Herr Joergen ROSTED Staatssekretär für Handel und Industrie Deutschland Herr Johannes LUDEWIG Staatssekretär, Bundesministerium für Wirtschaft Griechenland Herr Ioannis ANTHOPOULOS Staatssekretär für Wirtschaft Spanien Herr Carlos WESTENDORP y CABEZA Staatssekretär für die Beziehungen zu den Europäischen Gemeinschaften Frankreich Herr Michel BARNIER Beigeordneter Minister für europäische Angelegenheiten Irland Herr Enda KENNY Minister für Fremdenverkehr und Handel Italien Herr Giorgio RATTI Staatssekretär für den Haushalt und die Gemeinschaftspolitiken Luxemburg Herr Georges WOHLFART Staatssekretär, Ministerium für auswärtige Angelegenheiten, Außenhandel und Zusammenarbeit Niederlande Herr Michiel PATIJN Staatssekretär, Ministerium für auswärtige Angelegenheiten Österreich Herr Johannes DITZ Minister für wirtschaftliche Angelegenheiten Portugal Herr Vitor MARTINS Staatssekretär für die europäische Integration Finnland Herr Antti KALLIOMÄKI Minister für Handel und Industrie Schweden Herr Mats HELLSTRÖM Minister für Außenhandel und Europafragen Vereinigtes Königreich Herr Ian TAYLOR Parlamentarischer Staatssekretär, Ministerium für Handel und Industrie, zuständig für Handel und Technologie Kommission Herr Martin BANGEMANN Mitglied Herr Mario MONTI Mitglied Gemeinsame Tagung Rat/assoziierte mittel- und osteuropäische Länder einschließlich der baltischen Staaten An dieser Tagung nahmen außer den Teilnehmern der Tagung des Rates "Binnenmarkt" folgende Vertreter der assoziierten mittel- und osteuropäischen Länder und der baltischen Staaten teil: Bulgarien Herr Kiril TSOCHEV Stellvertretender Premierminister, Minister für Handel und wirtschaftliche Zusammenarbeit Ungarn Herr Laszlo PAL Minister für Industrie und Handel Polen Herr Jacek SARYUSZ-WOLSKI Staatssekretär, Ministerrat Rumänien He ...