De verzoekende partijen voeren de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de algemene beginselen van het recht, inzonderheid de rechten van verdediging, met de artikelen 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met het wettigheidsbeginsel van de artikelen 12 en 14 van de Grondwet.
Die klagenden Parteien führen einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung an, gegebenenfalls in Verbindung mit den allgemeinen Rechtsgrundsätzen, insbesondere den Rechten der Verteidigung, mit den Artikeln 6 und 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 6 Absatz 2 des Vertrags über die Europäische Union sowie mit dem Legalitätsprinzip der Artikel 12 und 14 der Verfassung.