Voor de tiende keer heeft de Rekenkamer daarin een betrouwbaarheidsverklaring (DAS) afgegeven die grotendeels positief was ten aanzien van de betrouwbaarheid van de rekeningen, de vastleggingen en de eigen middelen, maar waarin behalve voor de administratieve uitgaven, voor geen van de onderdelen van de algemene begroting van de Europese Unie redelijke zekerheid kon worden geboden ten aanzien van de betalingen[1].
Zum zehnten Mal legte der Hof eine Zuverlässigkeitserklärung (DAS) vor. Darin beurteilte er die Zuverlässigkeit der Rechnungslegung, der Mittelbindungen und der Eigenmittel weitgehend positiv, merkte aber an, dass in keinem Teil des Gesamthaushaltsplans der Europäischen Union - mit Ausnahme der Verwaltungsausgaben - für die Zahlungen eine für eine positive Beurteilung hinreichende Sicherheit bestehe[1].