1. « Schendt artikel 198, eerste lid, 7°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met de artikelen 56 (1) en 58 van het Verdrag to
t oprichting van de Europese Gemeenschap (vroegere artikelen 73B (1) en 73D), in zoverre het (behoudens het bijzondere geval van de gehele verdeling van
het vermogen van de vennootschap die de aandelen heeft uitgegeven) verbiedt om de gerealiseerde minderwaarden op de aandelen uitgegeven door vennootschappen die niet voldoe
...[+++]n aan de ' aanslagvoorwaarde ' bepaald in artikel 203 van hetzelfde Wetboek en waarvoor de meerwaarden niet van de vennootschapsbelasting zijn vrijgesteld op grond van artikel 192, § 1, van hetzelfde Wetboek, af te trekken van de belastbare grondslag van de vennootschapsbelasting, wat tot gevolg heeft dat :1. « Verstösst Artikel 198 Absatz 1 Nr. 7 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 56 Absatz 1 und 58 des Vertrags z
ur Gründung der Europäischen Gemeinschaft (ex-Artikel 73 b Absatz 1 und 73 d, insofern er verbietet, dass (mit Ausnahme des Sonderfalls der totalen Vermögensverteilung der Gesellschaft, die die Aktien ausgegeben hat) die erzielten Wertminderungen auf Aktien, die von Gesellschaften, die die in Artikel 203 desselben Gesetzbuches vorgesehene ' Veranlagungsbedingung ' nicht erfüllen und für die die Mehrwerte nicht gemäss Artikel 192 § 1 desselbe
...[+++]n Gesetzbuches von der Gesellschaftssteuer befreit sind, von der Besteuerungsgrundlage der Gesellschaftssteuer abgezogen werden, was dazu führt, dass