59. verheugt zich over de toezegging dat een belangrijk aandeel va
n de belofte van de Europese Unie en de lidstaten om hun handelsgebonden hulpverlening tegen 2010 tot 2 miljard EUR te verhogen, de ACS-landen toegewezen wordt, maar stelt met bezorgdheid vast dat enkel de collectieve bijdrage van de lidstaten bestemd is om de middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds aan te vullen; betreurt dat de operationele aspecten van de ontwikkelingshulp in de economische partnerschapsovereenkomsten, en daarmee ook
de gevolgen van het besluit op de onderhandelin ...[+++]gen onduidelijk blijven en dringt er bij de Raad en de Europese Commissie op aan om de omvang en budgettaire weerslag van de bijdrage van de lidstaten zo spoedig mogelijk te verduidelijken, en in ieder geval geruime tijd voordat de onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomsten afgesloten worden, vooral voor aangelegenheden als de omvang en bestemming van de beschikbare hulp, de werkwijzen voor haar beschikbaarstelling, de verbindingen en het samenspel met het 10de Europees Ontwikkelingsfonds, en de koppeling van handelsgebonden hulpverlening aan de onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomsten en hun uitvoering; 59. begrüßt die Verpflichtung, dass ein substanzieller Anteil der von der Europäischen Union und den Mitgliedstaaten zugesagten Erhöhung ihrer HbH bis 2010 auf 2 Mrd. EUR den AKP-Ländern zur Verfügung gestellt wird; stellt jedoch mit Besorgnis fest, dass nur der kollektive Beitrag der Mitgliedstaaten als zusätzlicher Beitrag zu Mitteln aus dem Europäischen Entwicklungs
fonds gedacht ist; bedauert, dass die operationellen Aspekte der Entwicklungshilfe im Rahmen der Wirtschaftspartnerschaftsabkommen und somit die Folgen des Beschlusses zu den WPA-Gesprächen unbestimmt bleiben, und fordert Rat und Kommission auf, die Höhe und die haushalts
...[+++]mäßigen Konsequenzen des Beitrags der Mitgliedstaaten so bald wie möglich und noch vor Abschluss der Verhandlungen über die Wirtschaftspartnerschaftsabkommen zu präzisieren, und zwar mit besonderem Bezug auf Fragen, die sich auf den vorhandenen Umfang und den Bereich der Hilfe, die Mechanismen ihrer Verfügbarkeit, die Verbindungen und Synergien im Hinblick auf das 10.