Zodra het in artikel 4, lid 9 vastgelegde is overeengekomen, worden in een toekomstige deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstellingen (waaronder bijkantoren van buitenlandse in een toekomstige deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstellingen) en nationale posterijen die een rekening aanhouden bij hun toekomstige NCB van het Eurosysteem geacht in aanmerking te komen voor het ontvangen van eurobankbiljetten en –muntstukken voor bevoorrading vooraf.
Kreditinstitute mit Sitz in einem künftig teilnehmenden Mitgliedstaat (einschließlich Zweigstellen ausländischer Kreditinstitute, die in dem künftig teilnehmenden Mitgliedstaat ansässig sind) und nationale Postämter, die ein Konto bei ihrer künftigen NZB des Eurosystems führen, gelten als berechtigt, Euro-Banknoten und -Münzen zum Zwecke der vorzeitigen Abgabe zu erhalten, sobald die in Artikel 4 Absatz 9 vorgesehenen vertraglichen Regelungen getroffen worden sind.