19. onderkent de positieve effecten op de preventie en evaluatie van bestaande discriminerende praktijken welke voortvloeien uit een nauwe samenwerking tussen de organen voor de gelijke behandeling en de arbeidsinspectie; roept de lidstaten op om de opleiding van arbeidsinspecteurs voort te zetten met het oog op zowel de nieuwe verantwoordelijkheden als gevolg van de omzetting van Richtlijn 2002/73/EG als de nieuwe instrumenten die nu ter beschikking staan, zoals de omkering van de bewijslast;
19. stellt fest, dass sich die enge Zusammenarbeit zwischen den Gleichstellungsstellen und den Arbeitsaufsichtsbeamten positiv auf die Verhütung und Ermittlung von diskriminierenden Praktiken auswirken kann; fordert die Mitgliedstaaten auf, in Anbetracht der neuen Aufgaben infolge der Umsetzung der Richtlinie 2002/73/EG auf die Schulung der Gewerbeaufsichtsbeamten und auf das neu geschaffene Instrumentarium, z.B. die Umkehr der Beweislast, zu dringen;