De Ministerraad voert in hoofdorde twee excepties aan : enerzijds, is de Ministerraad van oordeel dat het Hof niet bevoegd is om rechtstreeks aan artikel 160 van de Grondwet te toetsen; anderzijds, zou noch uit de prejudiciële vraag noch uit de verwijzingsbeslissing kunnen worden opgemaakt welke categorieën van personen met elkaar moeten worden vergeleken zodat de prejudiciële vraag niet zou kunnen worden beantwoord.
Der Ministerrat führt hauptsächlich zwei Einreden an: Einerseits ist der Ministerrat der Auffassung, dass der Hof nicht befugt sei, unmittelbar anhand von Artikel 160 der Verfassung zu prüfen; andererseits könne weder anhand der präjudiziellen Frage noch anhand der Verweisungsentscheidung festgestellt werden, welche Kategorien von Personen miteinander zu vergleichen seien, so dass die präjudizielle Frage nicht beantwortet werden könne.