Daarentegen vereist artikel 19 van het Verdrag van de Verenigde Naties van 2 december 2004 niet dat de eigendommen waarop beslag wordt gelegd, door de buitenlandse mogendheid « op specifieke wijze » in die zin moeten zijn aangewezen dat zij het voorwerp van een executiemaatregel kunnen uitmaken.
In Artikel 19 des Übereinkommens der Vereinten Nationen vom 2. Dezember 2004 wird hingegen nicht verlangt, dass die Güter, die Gegenstand der Pfändung sind, durch die fremde Macht « spezifisch » als solche bezeichnet wurden, die Gegenstand einer Vollstreckungsmaßnahme sein können.