Het Hof wordt verzoch
t uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van de artikelen 316, 321 en 326 van de wet van 20 juli 2006 met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 144 en 146 ervan, met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, in zoverre de bestr
eden bepalingen tot expliciet doel zouden hebben de slachtoffers van een arbeidsongeval het recht te ontzeggen om de beroepen voort te zetten d
...[+++]ie zijn ingesteld vóór de inwerkingtreding van die bepalingen en gebaseerd zijn op de onwettigheid van het koninklijk besluit van 13 januari 1983 « tot uitvoering van artikel 42bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 ».Der Hof wird gebeten, über die Vereinbarkeit der Artikel 316, 321 und 326 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 mit den Artikeln 10, 11 und 13 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 144 und 146, mit den Artikeln 6 Absatz 1 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu d
ieser Konvention zu befinden, insofern die angefochtenen Bestimmungen ausdrücklich bezweckten, den Opfern eines Arbeitsunfalls das Recht zu entziehen, die vor dem Inkrafttreten dieser Bestimmungen erhobenen Klagen auf der Grundlage der Gesetzwidrigkeit des königlichen Erlasses vom 13. Januar 1983 « zur Ausführung von Ar
...[+++]tikel 42bis des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle » fortzusetzen.